Niet op ieder potje past hetzelfde dekseltje

‘Het individu versus het systeem’, is het leidende thema van de door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) georganiseerde evenementen in 2018, waaronder bijvoorbeeld de Reuring!Cafés. De kerntaak van de overheid is veel voor het individu te betekenen, echter kan het introduceren van veel regels tot het tegenovergestelde leiden, namelijk dat de overheid de burger in de weg zit. Hoe kunnen we als overheid meer maatwerk leveren om dit tegen te gaan? Deze vraag stond centraal tijdens het jaarlijkse VOM Jaardiner, dat op dinsdag 29 mei in De Glazen Zaal in Den Haag gehouden werd. Met dit diner bedankt de vereniging overheidsmanagers en partners die een bijdrage hebben geleverd aan de VOM.

Jaap Uijlenbroek van de Belastingdienst trapte de avond af met een open verhaal over enkele opgaven waar de Belastingdienst mee te maken heeft als systeem. Hij gaf daartegenover als voorbeeld de afdeling Toeslagen, waar een “verdraaid complex systeem” goed uitgevoerd wordt. Uijlenbroek noemde drie randvoorwaarden voor een goed werkend systeem: stabiliteit, kijken vanuit de ogen van het individu en samenwerken over bestuurslagen heen. Vervolgens ging de discussie over het individu versus systeem aan tafel verder. Er werd ingegaan op verschillende vragen rondom het systeem. ‘Wat is het systeem?’ en ‘in hoeverre mag er voorbij gegaan worden aan wet- en regelgeving om tot oplossingen te komen?’. Moet er bijvoorbeeld geen marge bestaan om uitzonderingen op de wet- en regelgeving te kunnen maken voor de mensen die tussen meerdere (deel)systemen invallen? Zou het systeem niet meer responsief ingericht moeten zijn? Daarnaast werd geopperd dat wij met het huidige systeem, steeds meer in de richting van eenmalig vastleggen en meervoudig gebruik. Dat is handig voor de burger, omdat hij of zij dan niet steeds dezelfde informatie hoeft te verstrekken. Maar wat als er iets mis gaat en ergens in die basisregistraties iets wordt vastgelegd, dat consequenties heeft op ander vlakken? Daartegenover werd gesuggereerd dat het systeem helemaal niet bestaat en slechts een samenbundeling is van los van elkaar functionerende algoritmes. Doordat algoritmen niet op elkaar passen en men toch probeert de verbinding te forceren, ontstaan fouten in het systeem. En wat moet een beleidsmedewerker die op zijn klompen aanvoelt dat het niet klopt, terwijl het algoritme de andere kant op wijst? Dit kan ook positief benaderd worden: kunnen deze algoritmen een einde maken aan ambtelijke en bestuurlijke willekeur en vooroordelen die we allemaal bezitten?

Renée Frissen van OpenEmbassy opende de ogen met haar verhaal over een jong meisje uit Eritrea dat naar Nederland kwam om arts te worden, maar ontdekte dat zij zwanger was en door allerlei bijkomende omstandigheden niet geholpen kon worden. Frissen eindigde met de vraag: “Heeft jouw organisatie de juiste perspectieven in huis om de juiste vragen te kunnen stellen?” We nemen te veel mensen aan die zijn zoals wijzelf en kijken te veel vanuit stereotypen naar anderen. Alleen door diversiteit in besluitvorming nóg verder te stimuleren kan er beleid voor iedereen ontwikkeld worden. Niet de witte, oude beleidsambtenaar die beslist voor de vluchteling, maar juist de vluchteling die zelf meedenkt over wat het beste voor hem of haar is. Niet op ieder potje past hetzelfde dekseltje. Daarnaast geven we de professionals een dubbele boodschap mee: enerzijds moeten zij de mensen in het land zo goed mogelijk helpen, aan de andere kant moeten zijn attent zijn op fraude en misbruik. Wat doet zoiets met de burger aan de andere kant van de balie of aan de keukentafel?

Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden sloot de avond af met zijn kritische blik op het systeem. Uitspraken als: “het systeem is niet ontworpen om het individu te kennen, maar om het te ont-kennen” en “bureaucratie is een cultuurvorm, een perverse opvatting van gelijkheid” gaven de discussie aan de tafels weer een hele andere wending. Waarbij de aanhangers en tegenhangers van ‘het systeem’ recht tegenover elkaar kwamen te staan. Volgens Kruiter moeten we beleid schrijven aan de kant van de uitvoering en dat naar de politiek brengen en niet andersom. Aan tafel werd gezegd dat beleidsmakers echt wel ruimte hebben om maatwerk te leveren, maar krijgen medewerkers ook genoeg de ruimte om de verantwoordelijkheid te nemen? Mogen zij ook eigen afwegingen maken zonder dat zij daar op afgerekend worden? Of durven zij vaak deze verantwoordelijkheid niet te nemen en kiezen zij dan sneller voor de veilige weg van opgestelde regels en wetten?

Kortom, er zijn nog genoeg onbesproken thema’s die aandacht verdienen de komende jaren om de kloof tussen het individu en het systeem te kunnen verkleinen. Daarom zal de VOM ook het komende jaar bezig houden met schurende thema’s en het aanhoudende spanningsveld tussen individuele burgers en de overheid.