Beste Overheidsorganisatie van het Jaar | Shortlist Bekend! | 12 september

Beste Overheidsorganisatie van het Jaar | Shortlist Bekend! | 12 september

Den Haag, 12 september – De shortlist van de Verkiezing ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2019’ is bekend. Tien overheidsorganisaties zijn geselecteerd voor de tweede ronde. Het was een lastige keuze voor de jury, omdat er veel kwalitatief goede en originele inzendingen waren.  

De 10 organisaties op de shortlist zijn:

  • Centraal Justitieel Incasso Bureau
  • Gemeente Roerdalen
  • Gemeente Tilburg
  • Groen Ontwikkelfonds Brabant
  • Instituut Fysieke Veiligheid
  • Logius
  • ProRail
  • Provincie Zeeland
  • Regionale Belasting Groep
  • Waterschapsbedrijf Limburg

Na uitvoerig overleg van de jury tijdens de Dragons’ Den worden op 27 september aanstaande de drie finalisten bekend gemaakt. Twee maanden later, op 19 november, wordt één van de finalisten tijdens de Overheidsawards in de Ridderzaal, gekroond tot ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2019’.

Over de Verkiezing

De Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar heeft als doel om goede initiatieven binnen het openbaar bestuur voor het voetlicht te brengen en professionele trots te stimuleren. Ook draagt de prijs bij aan transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur, door goede initiatieven breed te delen.

Partners 

De Verkiezing Overheidsorganisatie van het Jaar is een initiatief van de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De VOM organiseert de Overheidsawards in samenwerking met: Binnenlands Bestuur, FUTUR Jonge Ambtenaren Netwerk, ICTU, Interprovinciaal Overleg (IPO), NEderlandse Norm (NEN), Netwerk Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken, Unie van Waterschappen (UvW), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Vereniging voor Bestuurskunde (VB).

Voor meer informatie volg je ons op TwitterFacebook en LinkedIn.

 

Bureau VOM | De nieuwe stagiair(e)s stellen zich voor | 2 september

Bureau VOM | De nieuwe stagiair(e)s stellen zich voor | 2 september

Per 2 september zijn twee nieuwe stagiair(e)s bij de VOM begonnen. In dit korte nieuwsbericht stellen zij zich voor en leggen ze uit waarom ze bij de VOM stage lopen.

Mijn naam is Anna Salomé, ik ben 22 jaar oud en woon al bijna vier jaar in het mooie Den Haag. In mijn eigen tijd werk ik een dag in het weekend in een kledingwinkel. Verder ik zing alles van Alanis Morissette tot Whitney Houston en ben ik altijd in voor een avond series kijken met een grote kop thee of een ander drankje.

Momenteel zit ik in mijn vierde en laatste jaar van de studie International Public Management aan de Haagse Hogeschool. Tijdens mijn studie heb ik vooral geleerd over het internationale publieke veld, zoals de naam van de studie ook wel verraadt. Maar ik merkte dat ik eigenlijk ook wel benieuwd was naar de publieke sector in Nederland. Vandaar ben ik ook hier bij de VOM terecht gekomen.

Ik vond de VOM eigenlijk per toeval via een online vacature en was meteen geïnteresseerd. Wat mij zo aanspreekt aan de VOM is dat je zowel direct als indirect te maken krijgt met een ongelofelijk groot netwerk van publieke figuren vanuit alle levels in Nederland. Verder is er een breed scala aan activiteiten en projecten waarbij je als stagiaire wordt betrokken. Gedurende mijn stage zal ik mij bezighouden met OMOOC en de Overheidsawards, en ik hoop mezelf op deze manier verder wegwijs te maken in het publieke veld. Verder verwacht ik dat ik een goed beeld zal krijgen van de Nederlandse publieke sector en hoop ik er achter te komen of ik mijn professionele carrière wil voortzetten op nationaal of internationaal niveau.

Mijn naam is Maarten Robbers, 24 lentes jong en ben sinds een aantal maanden weer terug in Den Haag. De eerste jaren van mijn studieperiode heb ik in Leiden gewoond. Hoewel de liefde voor Leiden nog steeds voort bloeit, ben ik in december 2018 met een goede vriend gaan samenwonen in het Bezuidenhout van Den Haag. Het afgelopen halfjaar ben ik begonnen aan mijn master International and European Governance aan de Leidse Universiteit. Hierbij ben ik voornamelijk geïnteresseerd in opkomende belangstelling voor innovatiecentra in NGO’s en IGO’s.

Door deze interesse ben ik ook beland bij de VOM. Ik zal namelijk tijdens mijn periode bij de VOM hoofdzakelijk bezig zijn met het Startup in Residence (SiR) project. Dit project focust zich op het verbinden van startups met (top)ambtenaren door middel van een traject waarin enkele startup zich onder begeleiding van BZK verder kunnen ontwikkelen. Zelf heb ik tijdens mijn bachelor ook een concept-startup opgericht en hoop met deze kennis het project verder te kunnen ondersteunen.

Desalniettemin zal ik ook enkele projecten van de VOM op mij nemen. Zo ga ik mij bezighouden met platform O, hét kritische platform van de overheid. Ik heb al een aantal ideeën die de content voor het komende half jaar zal aanvullen, maar wat die zijn houd ik nog voor mij. Houd vooral de pagina in de gaten voor toekomstige updates!

Verder vind ik het leuk om in mijn vrije tijd te sporten, muziekoptredens bezoeken en af te spreken met vrienden en familie. Enkele maanden geleden heb ik een nichtje gekregen en tot dusver heb ik er alles aan gedaan om haar favoriete oom te worden. Ik heb erg veel zin in wat het komende half jaar mij gaat bieden én ben benieuwd naar mijn persoonlijke ontwikkeling.

De ‘overheidsmanager van de toekomst’

De ‘overheidsmanager van de toekomst’

De uitdagingen van nu en de overheidsmanager van de toekomst

Het openbaar bestuur staat onder druk. Grote opgaven als de komst van asielzoekers en de energietransitie, maar tegelijkertijd ook de veranderingen in het sociaal domein, zorgen voor een scala aan uitdagingen op verschillende bestuursniveaus. Waar overheidsmanagement vroeger ‘simpel’ was en bestuurders alleen met de politiek af hoefden te stemmen, is er – mede door de komst van (sociale) media – ook veel meer druk vanuit de maatschappij. En door de efficiënte manier waarop informatie beschikbaar wordt gesteld, wordt die maatschappij steeds kritischer op de overheid. Dat alles gebeurt ook nog eens met een groeiende invloed van Europa.

Wat betekenen deze veranderingen in de publieke sector voor de overheidsmanagers die de uitdagingen van deze tijd moeten navigeren? Met andere woorden: wat is de overheidsmanager van de toekomst en welke kwaliteiten moet deze overheidsmanager bezitten? Gerard Bakker, Overheidsmanager van het Jaar 2017 en jurylid van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, schreef samen met René Westra een artikel over ‘De overheidsmanager van de toekomst’[1] voor het tijdschrift voor Management en Organisatie[2]. Lees hieronder de samenvatting.

De overheidsmanager van de toekomst

De politieke, bestuurlijke en maatschappelijke werkelijkheid is in de loop van de decennia enorm veranderd. Er is minder sprake van de overheid’ en politiek, bestuur en maatschappij hebben vaker een eigen benadering. Neem bijvoorbeeld de energietransitie: in de jaren vijftig kon nagenoeg geruisloos het besluit worden genomen om een gasnet aan te leggen in heel Nederland. Nu, zo’n vijftig jaar later, is het eigenlijk ondenkbaar dat een dergelijk groot besluit zonder politiek en maatschappelijk debat wordt genomen. Waar het vraagstuk van de energietransitie toen nog alleen bestuurlijk was, is het nu ook een politiek en maatschappelijk vraagstuk geworden. Dat er meer partijen betrokken zijn maakt het vraagstuk complexer en deze ‘nieuwe’ complexiteit geldt niet alleen voor de energietransitie, maar voor alle prangende vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan de toestroom van asielzoekers of het digitaliseringsvraagstuk.

De politiek en de maatschappij stellen door deze groeiende betrokkenheid ook meer eisen aan de overheid. Mede daardoor is er een ontwikkeling in het openbaar bestuur gaande, waarin we steeds minder vanuit klassieke kerntaken werken en steeds meer van buiten naar binnen werken, met de maatschappelijke opgaven als leidraad voor beleid. Een mooie ontwikkeling, maar ook een uitdagende ontwikkeling.

Omdat het openbaar bestuur vroeger vanuit een rechtlijniger besturingsconcept kon functioneren (met minder maatschappelijke en politieke afstemming), werkten overheidsorganisaties vaak volgens standaard bureaucratische procedures en met standaard modellen. Het was destijds dan ook een relatief overzichtelijke situatie voor de overheidsmanagers. De complexiteit van nu laat echter zien dat deze standaardprocedures en modellen niet meer toereikend genoeg zijn en dat zorgt voor een wezenlijke verandering in het vak van de overheidsmanager. We wijken inmiddels af van de gebaande paden en moeten dus een nieuwe weg zien te vinden die past bij het nieuwe overheidslandschap.

De modellen van weleer maken plaats voor en worden aangevuld door rationaliteiten die het beeld van de werkelijkheid beïnvloeden. Zo zijn er juridische, economische, politieke, psychologische en wetenschappelijke rationaliteiten die nu een handelingskader vormen voor beleid en moeten worden meegenomen in onze overwegingen. Voert een goede overheidsmanager nu politieke/bestuurlijke beslissingen strikt uit of komen bij de uitvoering ook andere rationaliteiten om de hoek kijken? Volgens de auteurs is het cruciaal dat de overheidsmanager capabel is om weloverwogen keuzen in te maken. Er is geen model meer dat aangeeft wat de juiste weg is en daarom moet de overheidsmanager zijn eigen koers varen met de maatschappelijke opgaven als kompas.

In de storm van ontwikkelingen, zoals hierboven geschetst, lijken volgens de auteurs twee ontwikkelingen centraal te staan in de te varen koers. De eerste ontwikkeling is de inhoudelijke ontwikkeling. Een toename van complexe vraagstukken als energietransitie, de klimaatverandering, het betaalbaar houden van de zorg, etc. maakt namelijk ook een sterke inhoudelijke component los. Hoe bedenk je oplossingen voor maatschappelijke opgaven en met wie werk je aan de oplossingen voor die problemen?

Naast de inhoudelijke component, is er ook een nieuwe focus op de resultaten van het werk en de manier waarop deze resultaten ontvangen worden (lees: door de maatschappij en de politiek). De auteurs onderscheiden hierin vijf tendensen:

  1. Zowel maatschappelijke opgaven als een geoliede machine en optimale processen staan centraal
  2. Externe oriëntatie behoort tot de basisvaardigheden
  3. Denken vanuit een overheid
  4. Zichtbaar leiderschap met besef voor context.
  5. Aanpak complexe vraagstukken vanuit meerdere rationaliteiten

Wat betekenen deze twee ontwikkelingen en bijbehorende tendensen dan cumulatief voor de toekomst van de overheidsmanager? De goede overheidsmanager, die de uitdagingen van deze tijd op een inclusieve manier kan navigeren, schuilt in de juiste  persoonskenmerken. Hij opereert met gezag door het in balans kunnen brengen van bestuurlijke politieke, maatschappelijke belangen, zonder de politieke kaders en posities uit het oog te verliezen. Het moet een overheidsmanager zijn die makkelijk kan en durft te schakelen, en niet bang is om het voortouw te nemen in het oplossen van de taaie vraagstukken die het openbaar bestuur de komende decennia zullen bezighouden. De auteurs concluderen: ‘Aldus wordt de overheidsmanager van de toekomst een integraal kijkende adviseur van de politieke gezagsdrager en -binnen de kaders van de politiek- een uitvoerder met visie en sturend vermogen.’

[1] Gerard Bakker is Hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen, René Westra is Academiedirecteur bij Saxion en lid van Provinciale Staten van Gelderland.

[2) Het originele artikel is gepubliceerd in het tijdschrift voor Management en Organisatie (M&O). Wil je het hele artikel lezen? Vraag het artikel dan gratis op bij de uitgever via dit formulier.

 

 

 

Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar | Longlist bekend!

Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar | Longlist bekend!

Den Haag, 22 augustus 2019 – Op dit moment strijden er nog negentien kandidaten om de titel ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2019’. De jury gaat samen met de partners hard aan de slag om in week 36 bekend te kunnen maken welke tien organisaties meedingen naar één van de drie finale plekken.

De Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar heeft als doel om goede initiatieven binnen het openbaar bestuur voor het voetlicht te brengen en professionele trots te stimuleren. Ook draagt de prijs bij aan transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur, door goede initiatieven breed te delen. 

De Verkiezing Overheidsorganisatie van het Jaar is een initiatief van de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De VOM organiseert de Overheidsawards in samenwerking met: ICTU, Interprovinciaal Overleg (IPO), NEderlandse Norm (NEN), Netwerk Publieke Dienstverleners (NPD), Unie van Waterschappen (UvW), Vereniging voor Bestuurskunde (VB), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Binnenlands Bestuur, Ordina en Publiek Denken.

Waterschap Aa en Maas won in 2018 de titel voor ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar’. Welk van de genomineerde negentien organisaties volgt Waterschap Aa en Maas op?

Voor meer informatie volg je ons op Twitter, Facebook en LinkedIn.

 

 

 

Bureau VOM | Stagiairs lopen mee met Mark Frequin | 19 & 26 juni

Bureau VOM | Stagiairs lopen mee met Mark Frequin | 19 & 26 juni

Stagiairs Joost en Giulia mochten een dagje meelopen met Mark Frequin. Benieuwd wat de DG Mobiliteit en bestuursvoorzitter van de VOM de stagiairs heeft geleerd? Ze doen hieronder verslag:

Giulia:

Als ik ‘s ochtends om 8 uur station Den Haag Centraal uitloop, stap ik meteen in een typisch Hollandse Hoosbui. Waar ik normaal gesproken een hekel heb aan regen, kan niks mijn humeur deze ochtend verpesten, want vandaag is het eindelijk zover: ik mag een dagje meelopen met Mark. Lang hoef ik overigens niet in de regen te lopen. Het ministerie van I&W zit in een prachtig gebouw, op ongeveer een minuut loopafstand van het station. Over goede bereikbaarheid en mobiliteit gesproken. 

Wanneer ik de lift uitloop, zie ik Mark gelukkig meteen zitten. Samen nemen we zijn agenda voor de dag door. Die is toch wel een klein beetje intimiderend: een afspraak met staatssecretaris Stientje van Veldhoven, en een afspraak met de andere DG’s en de SG van het Ministerie staan onder andere op de planning. De gezonde spanning begint nu dan toch echt wel een beetje op te borrelen. Het wordt een dag van hollen en vliegen, waarschuwt Mark mij, maar dat vind ik juist leuk. Dat is wat ik wilde meemaken: een dag in het leven van Mark Frequin. 

Al snel blijkt dat mijn meeloopdag plaatsvindt op een dag waar heel veel belangrijke overleggen worden gevoerd over o.a. het Klimaatakkoord dat er nu is (yes!). Om het vertrouwen dat het ministerie en Mark mij die dag hebben gegeven niet te schaden, kan ik niet te veel in detail treden over de inhoud. Wat ik wel kan doen, is vertellen wat ik overal van geleerd heb en hoe ik dat heb ervaren, want dat is misschen wel minstens zo interessant!

Tijdens de overleggen waar ik bij aanwezig mag zijn, zie ik in de praktijk terug wat ik in mijn studie heb geleerd: multi-level en multi-actor governance. De overleggen, hoewel ook inhoudelijk interessant, wijzen mij vooral op procesmatige vraagstukken binnen het openbaar bestuur. Hoe en op welk moment betrek je verschillende interne en externe actoren bij besluitvorming? Hoe navigeer je het spanningsveld tussen samenwerking en daadkrachtigheid? Soms moet er snel een oplossing komen, maar die oplossing moet ook inclusief zijn om genoeg draagvlak te hebben bij de betrokkenen. Wie heeft de verantwoordelijkheid voor welk deel van een overheidsvraagstuk? Wie neemt deze verantwoordelijk publiekelijk op zich? 

Aan de ene kant zie ik tijdens de overleggen waar ik bij mag zitten hoe topmanagers deze vraagstukken met hun expertise handen en voeten geven. Aan de andere kant zie ik dat het ook voor hen een uitdaging is. Dat is wel mooi om te zien, want waar veel mensen denken dat er vanuit de ‘Ivoren Toren’ bestuurd wordt, ervaar ik de topmanagers die ik ontmoet als mensen die constant op zoek zijn naar de verbinding met de maatschappij en hun medewerkers.  Met hart voor hun vak en voor de Nederlandse samenleving: mensen waar ik – en ik vermoed ook een heleboel andere mensen – me mee kan identificeren. 

Als ik terug zit in de trein – een vervoersmiddel dat na een dagje meelopen met Mark toch weer meer betekenis heeft gekregen – overdenk ik nog eens wat ik nou meeneem van vandaag. De belangrijkste les voor mij is dat geen enkel overheidsvraagstuk zwart-wit is en dat betrokken partijen dichter bij elkaar gebracht kunnen worden als er maar wederzijds geluisterd wordt en begrip voor standpunten gecreëerd wordt. Een les die niet alleen voor de overheid handig is, maar eigenlijk voor iedereen. 

Mark en alle anderen die ik heb ontmoet tijdens de meeloopdag: Dank jullie wel voor het vertrouwen dat jullie vandaag in mij gesteld hebben. Ik heb ontzettend veel van jullie geleerd en dit unieke kijkje in het openbaar bestuur, temidden van een politiek spannende tijd, zal ik niet snel meer vergeten. 

________________________________________________________________________________________________

Joost:

Woensdag 26 juni had ik het genoegen een dag mee te lopen met Mark Frequin. Deze kans als stagiair bij de VOM is niet voor iedereen weggelegd. Als ik ‘s ochtends binnen kom lopen meldt Mark me gelijk dat het een drukke dag wordt, waar het Klimaatakkoord het belangrijkste dossier is. De klimaatplannen werden de vrijdag daarop gepresenteerd, en dus was dat prioriteit. Net als Giulia kan ik niet teveel zeggen over de precieze inhoud van de dag, maar wel kan ik stellen dat ik voldoende geleerd heb deze dag.

Naast mijn bestuurskundige achtergrond heb ik ook een grote interesse in politiek. Deze twee disciplines kwamen direct samen tijdens het eerste overleg. Tijdens een zogenoemde ’taskforce’ met de SG en andere DG’s kwamen deze politiek-ambtelijke spanningen al naar boven. Wat wil de politiek, wat zijn de moties hierbij etc. Naast deze politiek-ambtelijke spanning heerst er ook een interdepartementale spanning. Wat pakt het ministerie van I&W op, wat vindt Financiën hiervan, welk budget kan er hiervoor verschoven worden etc. Enorm interessante discussies die tussen de verschillende bestuurders aan tafel plaatsvindt.

Direct na deze taskforce wordt al duidelijk dat Mark scherp op de inhoud zit, en hoofdzaken en bijzaken makkelijk van elkaar kan scheiden. Iets wat enorm belangrijk is in zo’n functie, anders neemt ieder dossier te veel tijd in beslag. Je verwacht dat Mark met een hele stapel papier onder zijn arm de dag doorloopt, maar het tegenovergestelde is waar. Ik vraag hem hoe hij zó inhoudelijk op de hoogte is, en tussendoor daarvoor 0 dossiers openslaat. Het antwoord laat de mindere kant van het vak zien: werkvoorbereidingen tot 11 uur s’avonds. De energie van Mark lijkt er niet minder om.

Tussen alle Klimaatdrukte, kennismakingen en andere afspraken door bereidt Mark zich ook al voor op zijn volgende functie. Per 1 september gaat hij zich bezighouden met leiderschap binnen de overheid. Zo spreekt hij die dag verschillende mensen over wat leiderschap nu precies inhoudt, en vergaart zo wat input over hoe zijn volgende project in elkaar moet steken.

Als ik een voorzet mag doen over wat leiderschap precies behelst en wat er voor nodig is, durf ik Mark best als voorbeeld te nemen. Een dossiertijger, snel schakelend tussen verschillende projecten. Want ook het schakelen is nodig, waar Mobiliteit een vrij brede portefeuille is. Ook valt me op hoe betrokken hij is. Alle gesprekken beginnen informeel, met een persoonlijke vraag. Daarna volgt vrij snel een goede grap en dan komt het formele gedeelte. 

Ook het feit dat hij geen eigen bureau heeft is wat mij betreft typerend. Op de afdeling staat een eigen ‘Mark Frequin-stoel’ aan een ronde tafel. Dat is zijn werkplek. Tussen de mensen in en benaderbaar. 

Als (hopelijk) toekomstig bestuurder heeft Mark mij voldoende handvatten gegeven om mezelf te ontwikkelen. Dank Mark voor deze mooie ervaring!