Op 17 september 2024 vond de 121e editie van het Reuring!café plaats, met als thema “De Staat van de Uitvoering vraagt om het doorbreken van de status quo’’. Dit Reuring!café werd georganiseerd in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staat van de Uitvoering. In deze editie stond het debat over de uitdagingen in de publieke dienstverlening centraal. Mark Frequin trad, zoals gebruikelijk, op als debatleider, en de avond werd muzikaal ondersteund door huisband Wizards of AZ.

Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen

De avond werd geopend door Abdeluheb Choco, directeur-generaal van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en voorzitter van de stuurgroep Staat van de Uitvoering. Hij zette de toon door te benadrukken dat de publieke dienstverlening onder grote druk staat door de toenemende complexiteit van wet- en regelgeving en de gebrekkige gegevensuitwisseling tussen organisaties. Abdeluheb opende het debat met de vraag: ‘’Wat gaan we nou doen en hoe om die status quo echt te doorbreken?’’

De eerste gast was Diana Starmans, lid van de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Zij wees erop dat uitvoerders vaak te laat betrokken worden bij het beleidsvormingsproces, wat leidt tot onnodige complexiteit en inefficiëntie. Volgens Diana moet de betrokkenheid van uitvoeringsorganisaties vanaf het begin van beleidsontwikkeling worden verbeterd om betere dienstverlening te waarborgen.

De tweede gast was Peter Teesink, gemeentesecretaris van Amsterdam. Hij sprak over de problematiek van de verkokering binnen overheidsorganisaties, waarbij verschillende beleidsvelden te weinig samenwerken. Hij benadrukte dat er behoefte is aan een meer integrale aanpak om publieke dienstverlening te verbeteren. Pieter vond dat er meer uitwisseling tussen overheidsinstanties moet komen, zodat burgers niet de dupe worden van inefficiëntie.

Bernard ter Haar, oud-topambtenaar en publicist, was de derde gast van de avond. Hij benadrukte dat de kloof tussen beleid en uitvoering nog steeds groot is en dat er meer samenwerking nodig is om die te overbruggen. Volgens Bernard moet er sneller gehandeld worden om de uitvoeringspraktijk te verbeteren. Hij pleitte voor meer ruimte voor uitvoerders om zelf problemen op te lossen en niet afhankelijk te blijven van trage politieke processen. Ook vond hij dat de uitvoerders zelf aan tafel moeten zitten om verandering door te brengen.

De vierde gast van de avond was Alexander Pechtold, algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijbewijzen (CBR). Hij deelde zijn praktijkervaring en benadrukte dat uitvoeringsorganisaties steeds beter voor zichzelf opkomen, maar dat dit nog niet voldoende is. Terugkijkend op zijn tijd in de politiek, betreurde hij dat hij de uitvoering zelden zag, en wanneer hij dat wel deed, was het vaak gepolijst, waardoor een volledig beeld van de organisatie ontbrak.

Nadat alle bankgasten geïntroduceerd waren, begon debatleider Mark Frequin het gesprek

Mark Frequin leidde het debat en richtte de aandacht op de frustraties die veel uitvoerders ervaren. Hij stelde dat de overheid te vaak vastloopt in haar eigen bureaucratische processen en dat het voor uitvoeringsorganisaties moeilijk is om werkelijk invloed uit te oefenen op beleidsvorming. De gasten waren het erover eens dat er meer samenhang en eenvoud in de publieke dienstverlening nodig is.

Diana Starmans benadrukte dat de complexiteit van wet- en regelgeving een van de grootste obstakels blijft. Ze pleitte voor het versimpelen van procedures en het geven van meer ruimte aan uitvoerders om maatwerk te leveren. Dit zou volgens haar de dienstverlening verbeteren en ervoor zorgen dat burgers sneller en beter geholpen worden. Diana Starmans benadrukte het belang van kruisbestuiving tussen organisaties, omdat veel mensen en instanties “gewoon een andere taal spreken.” Ze verwees naar het gebruik van ingewikkelde taal binnen overheidsorganisaties, wat communicatie en samenwerking vaak moeilijker maakt. Volgens Diana moeten organisaties beter naar elkaar luisteren en leren van elkaars ervaringen om de publieke dienstverlening te verbeteren. Deze kruisbestuiving, waarbij kennis en perspectieven worden gedeeld, is nodig voor het overbruggen van verschillen en het vereenvoudigen van processen.

Peter Teesink voegde hieraan toe dat gegevensuitwisseling tussen verschillende overheidsorganisaties nog steeds onvoldoende is. Hij noemde voorbeelden van burgers die vastlopen omdat verschillende instanties niet samenwerken. Volgens Peter is een betere samenwerking en informatieuitwisseling tussen verschillende beleidsvelden essentieel om de dienstverlening te verbeteren.

Bernard ter Haar bracht de systematische problemen in de organisatie van de overheid naar voren. Hij benadrukte dat deze weeffouten de efficiëntie en effectiviteit van de dienstverlening ondermijnen. Hij riep de overheid op om niet alleen kleine verbeteringen door te voeren, maar om fundamentele veranderingen in de organisatie en in de overheid te maken. Bernard ter Haar antwoordde op de vraag wat hij met de kennis van nu anders zou doen door te zeggen dat hij echt zou willen doorpakken. In zijn tijd werd de verbinding tussen beleid en uitvoering veel meer gelegd. Zowel Bernard als Diana Starmans benadrukten het belang van het opdoen van praktijkervaring. Ze pleiten ervoor dat medewerkers stage lopen om inzicht te krijgen in de uitvoering. Bernard merkte echter op dat er tegenwoordig amper capaciteit is om dit te doen, wat een uitdaging vormt voor het verbeteren van de samenhang tussen beleid en praktijk.

Abdeluheb Choco benadrukte de noodzaak van meer tempo in de veranderingen die nodig zijn om de uitvoeringspraktijk te verbeteren en om samen verder te gaan. In reactie hierop ondersteunde Bernard ter Haar dit idee en gaf aan dat meer verbinding tussen beleid en uitvoering cruciaal is. Peter voegde hieraan toe dat betere samenwerking en uitwisseling tussen overheidsorganisaties nodig is om vooruitgang te boeken. Beide waren het eens dat het huidige tempo onvoldoende is om de noodzakelijke verbeteringen snel genoeg door te voeren.

Peter Teesink vertelde dat we zien dat de uitvoering steeds meer vastloopt, wat negatieve gevolgen heeft voor de inwoners van onze stad. Onze dienstverlening is op een zorgwekkend niveau beland, en burgers ervaren de gevolgen hiervan direct. Er moet een beweging komen die niet alleen van bovenaf wordt aangestuurd, maar waarbij ook de uitvoerders aan tafel zitten en niet zomaar accepteren hoe het nu gaat. Bernard is het hiermee eens, maar stelt dat de politiek geen beweging toont, waardoor de verandering elders moet komen.

Afsluiting

De avond eindigde met een oproep aan alle betrokkenen om samen te werken aan een toekomstbestendige publieke dienstverlening. De boodschap was duidelijk: er zijn veranderingen nodig om de complexiteit te verminderen en de uitvoeringspraktijk te verbeteren. Alleen door beter samen te werken en sneller in te spelen op de recente uitdagingen kan de overheid effectief blijven functioneren.