Reuring!Café #129 | Het valt niet mee bijzonder te zijn!
Op 30 september 2025 vond de 129e editie van het Reuring!Café plaats, georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) in samenwerking met de League Rijk. Centraal stond de stelling: Het valt niet mee bijzonder te zijn!
Het debat werd geleid door Mark Frequin, bestuurslid van de VOM, en muzikaal ondersteund door de Wizards of AZ. Vincent Roozen, secretaris-generaal bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, trad op als host. Op de bank namen Nathan Hutting, associate lector Arbeid & Gezondheid aan de Hogeschool Arnhem/Nijmegen, Loes Mulder, secretaris-generaal bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Eline de Jonge, voorzitter van de League Rijk en Kristina Bozic, algemeen directeur van de Rijksschoonmaakorganisatie, plaats.
Bijzonderheid of beperking?
Mark Frequin opende het debat met de vraag of dit Reuring!café de focus legt op mensen met een werkbijzonderheid of met een arbeidsbeperking. Eline de Jonge antwoordde: “Als je iemand echt in het hokje ‘beperking’ plaatst, kijken mensen er ook op die manier naar. Terwijl het juist gaat om het herkennen van ieders kracht. Als je die kracht kunt benutten, bereik je samen veel meer.” Ze legde uit dat veel mensen terughoudend zijn om hun bijzonderheid te delen uit angst voor negatieve aannames, en dat een waarderende en veilige werkomgeving cruciale voor mensen met een werkbijzonderheid is. Loes Mulder merkte op dat het haar tegenvalt hoe inclusie van de agenda zakt, vooral in tijden van bezuinigingen, en benadrukte het belang van een consistente aanpak.
Onderzoek naar werkwaarden
Nathan Hutting sprak over onderzoeksresultaten waaruit bleek dat medewerkers met een arbeidsbijzonderheid lager scoren op autonomie en ontwikkelingsmogelijkheden dan collega’s zonder arbeidsbijzonderheid. Hij stelde dat het niet alleen van belang is dat iedereen werk kan vinden, maar dat ook gelijke kansen voor ontwikkeling en doorgroeimogelijkheden belangrijk zijn. Vincent Roozen gaf een positief voorbeeld uit de praktijk. Een teamleider, die slechthorend is, zorgt ervoor dat tijdens besprekingen extra aandacht wordt besteed om elkaar ruimte te geven en om elkaar te laten uitspreken. Dit voorbeeld laat zien dat kleine aanpassingen en begrip een positief effect op de samenwerking en werksfeer voor iedereen kunnen hebben.
Bubbel doorbreken
Kristina Bozic benadrukte dat het essentieel is om de bubbel van mensen zonder werkbijzonderheid te doorbreken door gesprekken te faciliteren, bijvoorbeeld door een buddysysteem. Ze lichtte toe dat schoonmakers binnen de overheid vaak weinig erkenning door andere medewerkers ervaren. Volgens haar moet waardering niet alleen op papier staan, maar ook door gedrag zichtbaar worden.
Nathan Hutting benadrukte dat uit het onderzoek bleek dat medewerkers beter en prettiger werken wanneer hun leidinggevende ook een arbeidsbijzonderheid rapporteert. Uit de resultaten bleek dat 55% van de medewerkers een arbeidsbijzonderheid vermelden, terwijl slechts 17% van de leidinggevenden dit deed. Vincent Roozen benadrukte dat iedereen binnen een organisatie gelijkwaardig bijdraagt. Hij vertelde dat hij medewerkers op een niet-confronterende manier op onbeleefd gedrag aanspreekt en dat het belangrijk is om oog voor elkaar te hebben.
Diversiteit als kracht
Eline de Jonge vertelde over haar eigen ervaringen: “Als je niet in een vakje past, dan wordt het ingewikkeld. Als je een ander profiel hebt dan de standaard, dan kunnen mensen je niet goed plaatsen.” Loes Mulder sloot hierbij aan door te benadrukken dat organisaties mensen met verschillende vaardigheden, kwaliteiten en bijzonderheden nodig hebben: “Het is noodzakelijk dat we ieders talent benutten. Zo kunnen we de samenleving zo goed mogelijk dienen, juist daar waar de diversiteit van mensen aanwezig is.” Daarnaast merkt ze op dat jongeren tegenwoordig opener zijn over hun bijzonderheden, mede door openheid op sociale media, wat stigma’s helpt doorbreken.
Tijdens het gesprek kwamen ook vragen aan bod over kennis over arbeidsbijzonderheden en hoe expertise hierover kan worden overgedragen. Eline de Jonge gaf aan dat het belangrijk is mensen te scholen. Loes Mulder benadrukte het belang om naar mensen te luisteren om te begrijpen wat ze nodig hebben en dat de overheid een inclusieve werkgever moet zijn waarin mensen overal mee kunnen doen, ongeacht hun achtergrond of beperking. Kristina Bozic benadrukte het belang van rolmodellen. Ze legde uit dat haar achtergrond, als dochter van schoonmakers met een migratieachtergrond, veel invloed heeft op hoe zij van de medewerkers binnen de Rijksschoonmaakorganisatie waargenomen wordt. Volgens haar helpen rolmodellen om bubbels te doorbreken.
Afsluiting
Afsluitend prees Vincent Roozen de veilige en eerlijke manier waarop het debat was gevoerd. Hij gaf aan geïnspireerd naar huis te gaan en zich verder te willen inzetten voor ambtenaren met werkbijzonderheden. Kristina Bozic sprak de hoop uit dat er een dag komt waarop we niet meer actief op zoek hoeven te gaan naar ‘diverse kandidaten’, maar simpelweg kunnen zeggen: deze persoon is van toegevoegde waarde voor onze organisatie. Nathan Hutting benadrukte het belang van gesprekken tussen medewerkers en leidinggevenden over werkwaarden. Loes Mulder concludeerde dat ambtenaren hun werk niet alleen voor zichzelf doen, maar vooral voor de samenleving als geheel. Eline de Jonge sloot af met de opmerking dat één op de vijf ambtenaren een chronische bijzonderheid heeft, en dat dit tijdelijk zelfs oploopt tot één op de twee. Ze riep op om te beseffen dat inclusie voor iedereen belangrijk is.








