Verslag Reuring!Café #123 | De nieuwe start van Europa; Hoe gaan we samenwerken?

Verslag Reuring!Café #123 | De nieuwe start van Europa; Hoe gaan we samenwerken?

Op 26 november 2024 vond de 123e editie van het Reuring!Café plaats, met als thema “De nieuwe start van Europa: Hoe gaan we samenwerken?”. Dit Reuring!Café werd georganiseerd in samenwerking met de Nederlandse vertegenwoordiging van de Europese Commissie en van het Europees Parlement. Mark Frequin trad, zoals gebruikelijk, op als debatleider, en de avond werd muzikaal ondersteund door huisband Wizards of AZ. We hadden deze editie maar liefst vijf bankgasten.
Op deze pagina kunt u de samenvatting lezen.

In deze editie stonden de beleidslijnen 2024-2029 van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen centraal, toegelicht door Cecilia Thorfinn, plaatsvervangend hoofd van de Nederlandse EU-vertegenwoordiging. In dit overgangsjaar werden uitdagingen en kansen voor een sterkere en veerkrachtige Unie besproken, met een focus op de Green Deal, digitale transitie, kapitaalmarktunie, defensiesamenwerking, civiele bescherming en toekomstgericht landbouwbeleid.

De eerste gast van de avond was Pieter Jeroense, plaatsvervangend algemeen directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Als vertegenwoordiger van gemeenten speelt hij een belangrijke rol in het vertegenwoordigen van hun belangen, die deels ook in Europa zijn. Daarnaast werkt hij nauw samen met VNG International, de dochteronderneming van de VNG, die actief is in 25 landen, waaronder Oekraïne, voor een sterke lokale overheid.

Op de vraag “Wat hebben gemeenten met Europa?” gaf Pieter aan hoe Europees beleid het dagelijks leven beïnvloedt. Hij vertelde hoe glasvezelwerkzaamheden in zijn straat, die hij eerst als lokaal initiatief zag, voortkwamen uit Europese regelgeving. Dit toont hoe Europa zichtbaar is in de directe leefomgeving.

De tweede gast van de avond was Mendeltje van Keulen, professor of practice “European Impact” aan de Haagse Hogeschool. Met haar boeken en haar werk binnen het lectoraat zet Mendeltje zich in om Europese zaken toegankelijk en begrijpelijk te maken, niet alleen voor professionals maar ook voor studenten. Ze vindt het belangrijk om hen al tijdens hun opleiding voor te bereiden op de Europese wet- en regelgeving waarmee ze later in hun werk te maken krijgen, en hoe ze deze kunnen beïnvloeden.
Saïd Fazili, directeur Europese Integratie bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, was de derde gast van dit Reuring!Café. Hij benadrukte dat Europa essentieel is om nationale doelstellingen te bereiken, van veiligheid tot economische stabiliteit. Op de vraag van Mark Frequin, “Wat maakt dat Europa nu belangrijker is geworden?”, legde Saïd uit dat we in een wereld leven waarin landen niet langer zelfstandig alle uitdagingen aankunnen.

Saïd sprak daarnaast de hoop uit dat het debat niet alleen binnen de ‘bubbel’ zou blijven van mensen die Europa van nature belangrijk vinden, maar ook de brug zou slaan naar mensen voor wie Europa ver weg voelt of irrelevant lijkt.

De vierde gast van dit Reuring!Café was Tom de Bruijn, oud-minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken, voormalig Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU, en auteur van het boek Hoogmoed en Onmacht: Geopolitiek in de Europese Unie. In zijn boek concludeert Tom dat de EU soms te ambitieuze doelen nastreeft, waarvoor ze eigenlijk niet de capaciteit heeft. Hij pleit ervoor dat de Unie bescheidener moet zijn in haar ambities en deze beter afstemt op haar daadwerkelijke capaciteit.

De laatste gast van dit Reuring!Café was Fabian Ebbers, coördinator Europa en internationale aangelegenheden bij de provincie Zuid-Holland. Net als gemeenten hebben provincies direct te maken met de uitvoering van Europese regelgeving en de impact daarvan op lokaal beleid. Fabian benadrukte dat deze verbinding tussen Europa, het rijk, en de regio’s essentieel is om effectief beleid te realiseren.
Hij sprak de hoop uit dat het debat aandacht zou besteden aan “de betrokkenheid van ons als regio’s en hoe wij elkaar kunnen versterken, ook richting het rijk.” Hoewel er in de afgelopen jaren stappen zijn gezet, merkte hij op dat de praktijk vaak uitdagend en soms zelfs stroef verloopt. Fabian stelde zich als doel om tijdens het debat een bijdrage te leveren aan het versterken van deze samenwerking, zodat provincies een nog krachtigere rol kunnen spelen in het verbinden van Europese en nationale belangen.
Nadat alle bankgasten geïntroduceerd waren, begon de debatleider Mark Frequin het gesprek.

Het thema defensie staat tegenwoordig hoog op de agenda van de Europese Commissie. Mark Frequin vroeg Tom de Bruijn of dat ook het geval was toen hij in Brussel werkte. Tom antwoordde dat defensie destijds nauwelijks onderwerp van gesprek was, afgezien van vredesmissies buiten de EU. De focus op defensie, specifiek ter bescherming van ons eigen grondgebied tegen dreigingen zoals Rusland, was simpelweg niet aan de orde. Maar door de geopolitieke veranderingen is dat drastisch veranderd.

De huidige Commissie, onder leiding van Ursula von der Leyen, heeft defensie een prioriteit gemaakt. Zij stelde zelfs een speciaal commissaris aan met defensie in diens portefeuille. Tom sprak de hoop uit dat deze ontwikkeling, samen met de nieuwe Commissie, zal leiden tot concrete besluiten op dit gebied.
Saïd Fazili stelde een kritische vraag: “Wat kan Europa en de Commissie op dit gebied eigenlijk doen?” Hij wees erop dat veel defensiezaken bij de lidstaten liggen. Hoewel hij het goed vond dat de Commissie dit initiatief neemt, benadrukte hij dat de uiteindelijke beslissingen in handen liggen van de lidstaten.

Tom de Bruijn stelde dat de Commissie zich moet concentreren op waar haar kracht ligt, namelijk de interne markt. Binnen dat kader kan de EU een significante rol spelen in de ontwikkeling van de defensie-industrie.

Mark stelde Pieter de vraag: “Europa wordt gezien als een plek waar ongelooflijk veel regels worden gemaakt, daar hebben we last van.” Pieter erkende dit beeld, maar benadrukte dat er door gesprekken zoals dit en door de toenemende veiligheidsdruk een kantelpunt lijkt te ontstaan. Volgens hem voelen mensen steeds meer dat er iets moet gebeuren. Pieter haalde ook de coronaperiode aan als voorbeeld, waarin veel mensen begrepen wat de EU deed en zagen dat er scherpe keuzes werden gemaakt. Mark wierp hier tegenin dat zijn ervaring tijdens die tijd juist was dat Europa nergens te bekennen was en volledig op slot leek te staan. Hoewel Pieter ervan overtuigd is dat de houding tegenover Europa langzaam verandert, merkte hij op dat er een duidelijk verschil blijft tussen hoe kleine en grote gemeenten de EU ervaren en waarderen. Dit benadrukt de noodzaak om de dialoog over Europa te blijven voeren, zowel op lokaal als op nationaal niveau.

Tom ging in op de vraag van Mark over dat er te veel regels vanuit Europa komen. Hij noemde dit een mythe. Volgens Tom moeten we juist blij zijn dat de regelgeving vanuit de EU komt, omdat dit voorkomt dat we met 27 verschillende regels van alle lidstaten te maken hebben. Hij benadrukte dat dit uniformiteit en duidelijkheid creëert, wat essentieel is voor een goed functionerende interne markt.
Pieter haakte hierop in, aangezien hij dagelijks te maken heeft met de uitdagingen waar gemeenten voor staan. Hij benadrukte dat gemeenten een enorme hoeveelheid opgaven hebben.

Mark vroeg Fabian of dit op regionaal niveau ook speelt. Fabian legde uit dat het vooral draait om hoe wetgeving uiteindelijk wordt uitgevoerd. “Daar merken we af en toe dat het knelt,” zei hij. Daarom is het volgens hem cruciaal dat regio’s aan de voorkant van het wetgevingsproces beter worden meegenomen.
Cecilia bouwde hierop voort met enkele opmerkingen. Ze benadrukte dat de EU gezien moet worden als een cirkel waarin het lokale, regionale, nationale en Europese niveau met elkaar verbonden zijn. “We hebben veel besloten in het kader van de Green Deal, digitalisering en andere beleidsterreinen, maar in de uitvoering leren we ook veel. Het is niet statisch,” legde ze uit. Daarom is een goede feedbackloop essentieel, waarbij de dialoog soepel en continu moet verlopen.

Daarnaast ging ze in op de relatie tussen de NAVO en de EU. Ze benadrukte dat de NAVO de onbetwiste pijler blijft voor collectieve territoriale defensie, een visie die ook door de Europese Commissie wordt gedeeld. Toch ziet Cecilia mogelijkheden voor de EU om bij te dragen, met name via de interne markt, door de ontwikkeling van de defensie-industrie binnen Europa te versterken. Hiermee benadrukte ze de complementaire rol die de EU kan spelen naast de NAVO.

Het debat werd afgesloten door Fabian, die benadrukte dat de systemen voor inspraak wel degelijk bestaan. Hij richtte zich specifiek op de rol van provincies in defensie kwesties en stelde de vraag: “Waar ligt de grens wat provincies kunnen bijdragen?” Dit is volgens hem niet alleen een Europees, maar ook een nationaal vraagstuk.

Fabian legde uit dat provincies steeds vaker te maken krijgen met vragen rondom de defensie-industrie, zoals het stimuleren van de regionale economie en het creëren van ruimte voor de vestiging van defensiegerelateerde bedrijven. Dit zijn thema’s die al op de agenda van de provincies staan en waar nu actief aan wordt gewerkt. Hiermee onderstreepte hij de cruciale rol van provincies in de verbinding tussen nationale en Europese defensiebeleid.

Na de pauze, met muziek van de Wizards of AZ, was het tijd voor vragen uit het publiek.

Mendeltje legde uit dat het voor uitvoeringsorganisaties vaak een uitdaging is om de juiste aanspreekpunten te vinden. Ze vertelde dat verschillende onderwerpen bij verschillende ministeries liggen. Dit maakt het volgens haar een puzzel om steeds de juiste mensen en kanalen te vinden, wat de samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties en beleidsmakers ingewikkelder maakt.
Het centrale thema van de avond kwam opnieuw naar voren: Hoe gaan we samenwerken? En specifiek, hoe doen we dat met een kabinet dat bekend staat om een eurosceptische houding?
Mendeltje benadrukte dat de koers van het kabinet een weerspiegeling is van de keuzes van het electoraat. Tegelijkertijd gaf ze aan dat er binnen ambtelijke kringen juist veel enthousiasme bestaat voor de EU en de samenwerking die deze biedt. Pieter herkende dat eurosceptische beeld ook niet volledig op gemeentelijk niveau, hij zag juist een groeiend positief bewustzijn en een toenemende waardering voor Europa onder gemeenten.
Saïd voegde hieraan toe dat er ook zaken zijn die minder goed gaan. Hij beschreef Nederland als een uniek land: dichtbevolkt, met beperkte ruimte en amper natuur. Hij pleitte ervoor dat Brussel meer rekening houdt met de specifieke kenmerken van een land. “De bouw-, landbouw- en natuuragenda botsen vaak met elkaar,” legde hij uit. Volgens hem is het belangrijk dat Europese regelgeving flexibeler wordt toegepast, zodat deze beter aansluit op de unieke situatie van landen.
Een oproep uit het publiek bracht een ander perspectief naar voren. De spreker uitte kritiek op de neiging van de Nederlandse overheid om bij problemen in de uitvoering direct Brussel de schuld te geven. Hij stelde dat de uitdagingen waar Nederland mee kampt vaak al jaren bestaan.
In tegenstelling tot Saïd, die pleitte voor meer aandacht voor de unieke positie van Nederland binnen de EU, vertelde de spreker dat Nederland zichzelf niet moet zien als een uitzonderlijk land dat speciale regels nodig heeft. “Als wij dat zeggen, zullen andere landen hetzelfde doen,” vertelde hij. Hij benadrukte dat Nederland vooral zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen en werk moet maken van het verbeteren van de uitvoering binnen de bestaande Europese regels.
Cecilia reageerde hierop door te benadrukken hoe belangrijk het is om ook de voordelen van de EU zichtbaar te maken. Ze stelde dat we vaak in gesprek blijven met mensen binnen onze eigen bubbel, terwijl het juist waardevol is om buiten die kring te treden.
Afsluiting
Cecilia sloot af met een positieve noot en benadrukte dat het debat vooral draaide om het “hoe”. Ze vond het inspirerend om te zien dat alle bestuurslagen, vertegenwoordigd aan tafel, de wens hebben om samen te werken.
Fabian gaf aan dat de regio’s klaarstaan om samen met het rijk de uitdagingen aan te gaan. Hij benadrukte dat vanuit de regio’s waardevolle input kan worden geleverd om oplossingen te vinden voor de problemen die we gezamenlijk moeten aanpakken.
Tom pleitte voor eenheid binnen Europa en waarschuwde tegen fragmentatie. Hij benadrukte dat Europa zich niet moet laten verdelen door externe machten zoals Amerika.
Saïd sloot af met de leus “Europa zijn wij zelf.” Tegelijkertijd erkende hij dat we zelf verantwoordelijk zijn als het niet goed gaat. Hij maakte duidelijk dat “nee zeggen” of opkomen voor je eigen belangen geen anti-Europese houding is. Volgens hem moeten we niet bang zijn om onze standpunten krachtig te verdedigen binnen de Europese samenwerking.
Mendeltje deed een oproep aan alle bestuurslagen op de bank. Ze stelde voor om in het komende jaar, waarin de EU elke maand nieuwe voorstellen presenteert, in elk provinciehuis een debat te organiseren.
Pieter verwees naar de situatie in Oekraïne en sprak de hoop uit dat Europa zich vast blijft houden aan de principes van solidariteit en samenwerking.

Winnaars Overheidsawards 2024 bekend

Winnaars Overheidsawards 2024 bekend

Den Haag, 20 november 2024 – De winnaars van de overheidsawards zijn bekend! Miriam Twilt-Mendonça, directeur Detentiecentrum Rotterdam is gisteravond uitgeroepen tot Overheidsmanager van het Jaar 2024 en Gemeente Heemskerk kreeg de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024. De uitreiking vond plaats in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag. 

Vol trots nam Miriam Twilt-Mendonça de award voor Overheidsmanager van het Jaar in ontvangst. Onder luid gejuich  ontving de gemeente Heemskerk met grote blijdschap de prijs voor Beste Overheidsorganisatie van het Jaar.

Frans Swinkels en Jemuel Lempe, winnaars van de Overheidsmanager en Overheidsinnovatieprijs in 2023 blikten terug op wat de titel voor hen betekend heeft. DG Eva Heijblom sprak namens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Judith Uitermark een  speech uit over het belang van de prijzen. Ook was er verdere uitleg over het thema voor de Verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2025: De creatieve ambtenaar! Paul Depla (burgemeester Breda) was host van de avond.

Aissa Allaui (Directeur maatschappelijke ontwikkeling Gemeente Groningen) en Bas van Rijsbergen (Directeur Ruimtelijk Economisch Domein) waren de andere finalisten voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2024. De Screeningsautoriteit Justis en Rechtbank Rotterdam waren de andere twee kanshebbers voor de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024.

De verkiezingen hebben laten zien dat er in het gehele publieke domein indrukwekkende prestaties verricht worden.

De jury over Miriam Twilt-Mendonça

De jury – onder voorzitterschap van Jetta Klijnsma, Commissaris van de Koning Drenthe – gaf aan dat Miriam Twilt-Mendonça haar medewerkers inspireert, maar zich ook door haar omgeving laat inspireren. Onder haar leiding zijn diverse positieve veranderingen tot stand gebracht. Haar excellente leiderschap is een voorbeeld voor velen binnen de overheid, en daarbuiten.

Onder leiding van Mirjam zijn de gesloten deuren van het Detentiecentrum Rotterdam geopend. Zo vindt er veel samenwerking met het onderwijs plaats en krijgen ook de meer kritische partijen een plek aan tafel. Ze bevordert de transparantie door letterlijk de zeepkist op te gaan, en eerlijk te vertellen wat er gebeurt. Daarnaast werkt Miriam ‘out of the box’ ideeën uit om gedetineerden zoveel mogelijk te helpen in het terugkeren naar de samenleving. Miriam toont een duidelijke visie en mening, en richt zich altijd op de mens. Miriam heeft de jury laten zien dat zij een unieke en indrukwekkende leider is in de wereld van justitiële inrichtingen. Ze is een “gastvrouw in een gastonvriendelijke omgeving” die verandering brengt in de gevangeniscultuur. Haar laagdrempeligheid, menselijkheid, vermogen om mensen in hun kracht te zetten, houding om kwetsbaarheid te tonen, worden gezien als haar sterkste eigenschappen als manager.

De jury over gemeente Heemskerk

De jury – onder het voorzitterschap van Jan van Zanen, Burgemeester van Den Haag – geeft aan dat de collegiale en energieke sfeer direct opvallen binnen de gemeente Heemskerk. De grote diversiteit aan gemeentelijke taken wordt met veel toewijding van de medewerkers en bestuurders uitgevoerd. De medewerkers zoeken voortdurend naar vernieuwing en het management biedt hiervoor de nodige ruimte. En vooral de jongerenclub van de gemeente vonden wij heel inspirerend. De gemeente Heemskerk pakt de uitdagingen van morgen vandaag al op!

De Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar en de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) en worden mede mogelijk gemaakt door onze partners: het ministerie van Binnenlandse Zaken, NEN, NPD, IPO, VNG, PA consulting, ICTU, Publiek Denken, Binnenlands Bestuur, FUTUR, iBestuur.

Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024 | Werkbezoek Rechtbank Rotterdam

Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024 | Werkbezoek Rechtbank Rotterdam

Op 23 oktober bracht de jury een bezoek aan de Rechtbank Rotterdam. Dit was het laatste werkbezoek van de verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024. Tijdens deze dag kreeg de jury een unieke inkijk in de innovatieve werkwijze van de Rechtbank Rotterdam en in hun directe en betrokken aanpak. Hieronder volgt een verslag van de belangrijkste indrukken van de dag.

Programma van de dag

  • 9:30 Inloop (kennismaking met verschillende medewerkers)
  • 10:00 Introductie en welkom 
  • 10:30 Presentaties over verschillende onderwerpen
    • Curatele mentorschap
    • Digitalisering
    • Telefoondienst
    • Controlling 
    • Mental check-ups
    • Zittingszaal

– 13:00 Lunch en afsluiting (Huis van de Wijk “De Hillevliet”)

Introductie door Voorzitter Julia Mendlik

De dag begon met een kennismaking met medewerkers van verschillende afdelingen in de Rechtbank Rotterdam, gevolgd door een introductie door de voorzitter van de rechtbank, Julia Mendlik. Zij legde uit wat Rechtbank Rotterdam onderscheidt binnen de rechtspraak: De nadruk op toegankelijkheid en duidelijkheid voor rechtzoekenden. In Rotterdam krijgen mensen de kans om hun verhaal te vertellen, wat essentieel is voor een eerlijk oordeel. De rechtbank werkt actief aan het vergroten van regie over procedures, waarbij ook de balans tussen werk en privé van medewerkers centraal staat.

Innovaties

Tijdens het bezoek werden verschillende innovaties van de rechtbank uitgelicht:

  • Procesafspraken: Rotterdam was de eerste rechtbank die begon met duidelijke procesafspraken om de doorlooptijd van zaken te verkorten.
  • Toekomstgerichte Meervoudige Kamer: Een innovatieve aanpak voor complexe zaken, gericht op snelheid en efficiëntie.
  • Klare Taal: De rechtbank werkt aan een concept voor duidelijkere strafvonnissen, wat mogelijk een landelijke standaard zal worden.
  • Wijk rechtspraak: Laagdrempelige zittingen in de wijk, zoals in het Huis van de Wijk “De Hillevliet”, om recht toegankelijker te maken voor inwoners.
  • Schulden functionaris: Gericht op hulp aan mensen met problematische schulden.
  • Digitalisering: Rechtbank Rotterdam loopt voorop in digitalisering, met volledig gedigitaliseerde dossiers en efficiënte werkprocessen.

Curatele en Mentorschap

De rondleiding door de Rechtbank begon met een bezoek bij de afdeling Curatele en Mentorschap, een van de zeven administratieve afdelingen bij de rechtbank. 

Op deze afdeling kwamen diverse sociale vraagstukken aan bod. De medewerkers spelen een cruciale rol in het ondersteunen van mensen die zelf niet hun financiën of persoonlijke zaken kunnen regelen, bijvoorbeeld door lichamelijke of geestelijke beperkingen of bij problematische schulden. Er werd benadrukt dat de Rotterdamse rechtbank jaarlijks duizenden zaken behandelt en dat ongeveer tien procent van alle mensen onder bewind in Nederland binnen hun rechtsgebied vallen. 

Digitalisering

De rechtbank Rotterdam heeft een sterke focus op digitalisering. Ze zijn een voorloper in het digitaal werken, waarbij dossiers niet langer fysiek zijn, maar volledig digitaal worden beheerd. Dit zorgt voor efficiëntere werkprocessen en betere zoekmogelijkheden. De rechtbank is trots op deze vooruitgang, waarbij ze nauw samenwerken met andere rechtbanken om processen te stroomlijnen.

Telefoondienst en Financiën

Het continu bereikbaar zijn is een prioriteit voor Rechtbank Rotterdam, en de telefoondienst speelt daarin een centrale rol. Daarnaast werd het financiële beleid toegelicht, die de voortrekkersrol van Rotterdam op dit gebied benadrukte. Rotterdam hanteert een strategische visie waarbij bewuste keuzes worden gemaakt om intern kosten te besparen. Gegevens worden verzameld en voor reportages gebruikt om medewerkers zo efficiënt mogelijk te kunnen inzetten en zo veel zaken als mogelijk te kunnen bewerken. Verder worden benchmarks gebruikt om een vergelijking met andere rechtbanken mogelijk te maken en om gesprekken over mogelijke verbeteringen tussen de rechtbanken te faciliteren. 

Mental Check-Ups

Verder kreeg de jury een toelichting over het welzijnsbeleid binnen de rechtbank. Medewerkers, onder wie rechters, worden regelmatig uitgenodigd voor een gesprek met een psycholoog. Dit helpt hen omgaan met de soms zware mentale belasting van hun werk. Rotterdam is hierin proactief en streeft ernaar taboes rondom mentale gezondheid te doorbreken. Het bespreekbaar maken van gevoelens en ervaringen draagt bij aan een gezonde werkomgeving.

Zittingszaal

De jury werd door een bode geleid naar een zittingszaal. Daar maakte de jury kennis met twee rechters en een griffier, die over hun werk en de ermee geassocieerde uitdagingen vertelden. Een van de rechters vertelde aan de juryleden dat de rechtbank in het geval van kleine criminelen altijd probeert gevangenisstraffen te voorkomen, omdat de medewerkers van de rechtbank de overtuiging delen dat kortdurende gevangenisstraffen tot meer maatschappelijke schade leiden dan dat ze ze voorkomen. Om de werkwijze tijdens een verhandeling te demonstreren werd jurylid Peter Verlaan als verdachte in de beklaagdenbank gezet. In 2018 won Waterschap Aa en Maas namelijk de titel “Beste Overheidsorganisatie van het Jaar” en niet de Rechtbank Rotterdam, die toen ook tot de finalisten behoorde. Omdat Peter Verlaan secretaris-directeur van deze organisatie is, moest hij zich voor deze “misdaad” verantwoorden. 

Netwerklunch bij het Huis van de Wijk ‘De Hillevliet’ en Afsluiting 

Na het bezoek van de rechtbank fietsten de juryleden naar het Huis van de Wijk, “De Hillevliet”. Het Huis van de Wijk is een locatie waar bewoners van Rotterdam naartoe kunnen komen voor problemen op het gebied van schulden, huisvesting, familierelaties, leerplicht, zorgverzekering of als zij een strafzaak hebben. Hier kunnen ze terecht voor snelle en toepasselijke wijk rechtspraak. Door de informele aanpak in het Huis van de Wijk ligt de drempel voor bewoners lager om langs te komen. Tijdens een netwerklunch waren er mogelijkheden voor de jury om met verschillende afdelingen en medewerkers te spreken.

Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024 | Werkbezoek Justis

Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024 | Werkbezoek Justis

Op 16 oktober bracht de jury een bezoek aan Justis in het kader van de verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024. Het doel van het werkbezoek was om een helder beeld te krijgen van de activiteiten en werkwijze van Justis. Hieronder volgt een verslag van de dag met de belangrijkste punten en indrukken.

Programma van de dag

  • 9:30 Inloop
  • 10:00 Introductie
  • 10.30 Bezoek van de verschillende afdelingen:
    • Control, Kwaliteit en Auditing
    • Verlening en Toetsing
    • Human Resources
    • Callcenter
    • Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
    • Toezicht, Rechtspersonen, Analyse, Controle en Kennisgeving
  • 13:00 Lunch en afsluiting

Introductie

De dag begon met een hartelijk welkom door directrice Iep Visser. Ze gaf een introductie over de kernactiviteiten van Justis, de screeningsautoriteit die zich inzet voor kennisdeling en integriteitsbewaking. Het doel van screenen bij Justis is om burgers en bedrijven te scannen en zo de samenleving veiliger te maken. Ze benadrukte dat Justis hierin een unieke rol speelt, omdat geen enkele andere organisatie zich specifiek op dit gebied richt. Voor het programma werd de jury in twee groepen verdeeld, die hetzelfde programma doorliepen, maar in een andere volgorde.

Afdeling Control, Kwaliteit en Auditing (CKA)

Deze afdeling houdt zich bezig met de maandelijkse rapportages en beheert de inkoop binnen Justis. Daarnaast zorgt ze ervoor dat alle processen bijgewerkt blijven, en beheert ze de informatiehuishouding, zoals het archiveren van documenten. Het cluster Audit richt zich op het verbeteren van de organisatie door interne en externe audits uit te voeren. Hierbij wordt jaarlijks getoetst of de processen goed functioneren en gekeken waar verbeteringen mogelijk zijn. 

Afdeling Verlening en Toetsing (V&T)

Afdeling V&T handelt een breed scala aan diensten af zoals Verklaringen Omtrent het Gedrag (VOG), wapenvergunningen, gratieverzoeken, particuliere beveiliging, naamswijzigingen en recherche activiteiten. Deze afdeling speelt een cruciale rol in het beoordelen of aanvragers voldoen aan de wettelijke vereisten. Tijdens dit onderdeel werd ook een casus besproken, waardoor de jury een duidelijk beeld kreeg over de complexe opdrachten van deze afdeling.  

Afdeling Human Resources

Justis heeft het doel voor zichzelf gesteld om een toekomstbestendige organisatie te zijn. Medewerkers worden gestimuleerd om toekomstgericht te denken, met aandacht voor inclusie en diversiteit. Justis gebruikt een strategische personeelsplanning en de Justis-kompas. De Justis-kompas heeft elke zes weken een nieuw thema, waarover de medewerkers samen in discussie gaan. Het actuele thema is ‘verbinden’. Daarom ligt de huidige aandacht op het verbinden van verschillende departementen om samenwerking te stimuleren. Ook de jury ging samen in discussie over de belangrijke elementen van een succesvolle samenwerking. 

Callcenter

Het werkbezoek gaf de jury een unieke blik achter de schermen van het callcenter. Justis verwerkt wekelijks ongeveer 3000 telefoontjes en streeft ernaar om burgers zo goed mogelijk te helpen. Opvallend is dat Justis bewust geen gebruik maakt van chatbots. De organisatie hecht waarde aan een persoonlijke benadering en alle klachten worden binnen twee dagen afgehandeld. De juryleden kregen de kans om mee te luisteren met de medewerkers, waardoor ze een goed inzicht kregen in dewerkwijze van het callcenter. 

Afdeling Wet Bevordering IntegriteitsBeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB)

De afdeling BIBOB beschermt de integriteit van de overheid door vergunningen te screenen, bijvoorbeeld in de horeca-sector, waar vergunningen vaak worden misbruikt voor witwaspraktijken. De medewerkers van BIBOB voeren grondige onderzoeken uit en adviseren hun opdrachtgevers over mogelijke risico’s. Daarnaast biedt Justis trainingen aan in screeningsmethodieken. Tijdens het werkbezoek werd een casus met de juryleden doorgesproken om het werk van BIBOB te demonstreren.

Afdeling Toezicht, Rechtspersonen, Analyse, Controle en Kennisgeving (TRACK)

De afdeling TRACK bestaat uit netwerkanalisten, die handelsregisters visualiseren om toezicht te houden op rechtspersonen. Hiervoor maken ze gebruik van geavanceerde screeningstechniek en stellen netwerktekeningen op. Deze aanpak zorgt ervoor dat Justis trends en patronen kan herkennen. Het werk van de TRACK afdeling heeft al vaker misdrijven opgespoord.

 Netwerklunch en afsluiting

Justis had een uitgebreide netwerklunch georganiseerd, waarbij de juryleden de gelegenheid kregen om in een informele setting verder te praten met medewerkers van de verschillende afdelingen. De jury was onder de indruk dat de medewerkers zich sterk verbonden voelen met hun organisatie. Justis blijkt een diverse organisatie te zijn, met verschillende departementen die ondanks hun uiteenlopende taken geregeld samenwerken. Justis investeert bewust in een prettige werksfeer en zorgt ervoor dat iedereen, ondanks de verschillende werkzaamheden, deel uitmaakt van een groot team.

Verslag Reuring!Café #122 | De strafrechtketen en de nieuwe koers van het Openbaar Ministerie: Grenzen en mogelijkheden

Verslag Reuring!Café #122 | De strafrechtketen en de nieuwe koers van het Openbaar Ministerie: Grenzen en mogelijkheden

Op 8 oktober 2024 vond de 122e editie van het Reuring!café plaats, met als thema “De strafrechtketen en de nieuwe koers van het Openbaar Ministerie: Grenzen en mogelijkheden’’. Dit Reuring!café werd georganiseerd in samenwerking met het Openbaar Ministerie (OM). In deze editie stond de vraag centraal hoe de verkokering bij de samenwerking tussen verschillende instanties in de strafrechtketen het beste kan worden opgelost. Mark Frequin trad, zoals gebruikelijk, op als debatleider, en de avond werd muzikaal ondersteund door huisband Wizards of AZ. We hadden deze editie maar liefst vijf bankgasten.

Op deze pagina kunt u de samenvatting lezen.

De avond werd geopend door Rinus Otte, de voorzitter van het College van procureurs-generaal, die een duidelijke toon zette. Volgens Rinus heeft de strafrechtketen al tientallen jaren een wezenlijk probleem. Daarom wilde hij graag het debat aangaan over de vraag: ‘’Wat kan het OM doen om de nieuwe koers beter en soepeler te laten verlopen?’’

De eerste gast van de avond was Songül Mutluer, lid van de Tweede Kamer voor GroenLinks-PvdA. Zij is rapporteur geweest voor de vastgelopen strafrechtketen en heeft samen met haar collega’s aanbevelingen gedaan over hoe dit opgelost kan worden. Songül legde uit dat het gebrek aan capaciteit binnen de politie en het Openbaar Ministerie (OM) ervoor zorgt dat zaken niet worden opgepakt, wat leidt tot teleurstelling bij burgers en slachtoffers. Ze benadrukte dat het belangrijk is om kritisch naar de eigen organisatie te kijken en verbeteringen door te voeren om de keten weer goed te laten werken.

Wilbert Paulissen, hoofdcommissaris van de Regionale Eenheid Oost-Brabant, was de tweede gast. Hij sprak over de problematiek binnen de strafrechtketen, waarbij hij opmerkte dat er te veel zaken vastlopen. Hij legde uit dat de politie in zijn regio jaarlijks duizenden verdachten aanlevert, maar dat een groot deel van deze zaken uiteindelijk wordt geseponeerd of teruggestuurd naar de politie door het OM. Dit frustreert de politie, omdat zij veel tijd en middelen investeren in zaken die niet worden afgedaan. Wilbert pleitte voor meer samenwerking binnen de strafrechtketen en voor duidelijkere keuzes in de strafvervolging. 

De derde gast van de avond was Jordi L’Homme, strafrechtadvocaat bij het kantoor Plasman. Jordi gaf aan dat hij als advocaat vaak botst met het OM, maar dat hij ook begrip heeft voor de problemen die zich binnen de strafrechtketen voordoen. Hij benadrukte dat de strafrechtketen efficiënter moet worden ingericht om snellere en rechtvaardige uitkomsten te garanderen, zowel voor slachtoffers als verdachten.

Marianne Hirsch Ballin is hoogleraar straf- en procesrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en advocaat bij Pels Rijcken. Bij Pels Rijcken, waar zij werkt voor het kantoor van de landsadvocaat, heeft ze te maken met diverse organisaties binnen de strafrechtketen, waaronder het Openbaar Ministerie. Ze benadrukte hoe belangrijk het is om juridische processen te blijven moderniseren en optimaliseren, vooral met het oog op de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering in 2029. 

Wim Saris, directeur-generaal Dienst Justitiële Inrichtingen maakt zich vanuit zijn huidige rol zorgen over de capaciteitsproblemen binnen de strafrechtketen en wees op het gebrek aan beschikbare plekken in de justitiële inrichtingen. 

Er is onvoldoende ruimte om mensen die al een straf opgelegd hebben gekregen en verdachten in voorlopige hechtenis op te vangen. Wim suggereerde dat er een quotum moet worden opgelegd aan het OM, waarbij het OM selectiever te werk moet gaan en prioriteiten moet stellen. Ook benadrukte Wim het belang van AI en hoe we deze nieuwe technologie  efficiënter kunnen inzetten. Verder moet het gebruik van AI ook  beter geïntegreerd worden.

Nadat alle bankgasten geïntroduceerd waren, begon de debatleider Mark Frequin het gesprek.

Mark Frequin opende het debat. Het werd snel duidelijk dat de gasten overeenstemden met de behoefte om bij de vervolging van strafzaken meer prioriteiten door het OM te stellen.  

Songül vertelde dat ze niet tevreden was met de manier waarop dit onderwerp werd besproken in de Tweede Kamer. Ze vond dat de discussie onvoldoende oog had voor het grotere geheel binnen de strafrechtketen. Volgens haar is er een gebrek aan samenwerking tussen de politie, het OM en de rechtspraak. Ze vond dat deze drie partijen beter moeten samenwerken om de efficiëntie en effectiviteit van de strafrechtketen te verbeteren. Songül stelde dat ketendoelen en ketenoverstijgende doelen essentieel zijn om de prestaties van de strafrechtketen te verbeteren. Ze vindt dat bepaalde typen zaken, zoals zedenzaken, jeugdzaken en ernstige verkeersmisdrijven, prioriteit moeten krijgen. In haar optiek zijn dit namelijk de zaken die vaak de grootste impact hebben op slachtoffers en de samenleving, en daarom verdienen ze meer prioriteit in de strafrechtketen.

Wilbert Paulissen benadrukte dat de strafrechtketen te veel zaken oppakt zonder voldoende capaciteit om deze snel en efficiënt af te handelen. Dit leidt tot frustratie binnen de politie, waarnaartoe zaken vaak door het OM teruggestuurd worden, omdat deze niet volledig zijn uitgewerkt of omdat er prioriteiten zijn gesteld op andere zaken. Hij pleitte voor een betere afstemming tussen de partners in de keten met betrekking tot de capaciteit en de mogelijkheden van elke organisatie.

Jordi L’Homme ging in op de noodzaak van een efficiënter strafrechtproces. Hij benadrukte dat er te vaak wordt gefocust op vergelding, terwijl preventie en het voorkomen van recidive ook belangrijke doelstellingen van het strafrecht zouden moeten zijn. Hij merkte op dat advocaten vaak in een moeilijke positie komen als ze te lang moeten wachten op de behandeling van zaken. Volgens Jordi moet het strafrecht efficiënter worden ingericht, zodat zaken sneller worden afgehandeld en de samenleving vertrouwen blijft hebben in het rechtssysteem.

Marianne Hirsch Ballin bracht het perspectief van de wetenschap in, door te wijzen op de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering dat in 2029 van kracht moet worden. Ze legde uit dat dit wetboek de mogelijkheid biedt om werkprocessen binnen de strafrechtketen te moderniseren en te optimaliseren. Ze benadrukte dat er al volop voorbereidingen gaande zijn om deze veranderingen soepel door te voeren, maar dat dit een lang proces is dat veel vraagt van de betrokken organisaties, omdat zij hun werkwijzen zullen moeten aanpassen. 

Wim Saris sloot zich aan bij de eerdere sprekers door te wijzen op het capaciteitsprobleem binnen de justitiële inrichtingen. Hij stelde voor om een quotum op te leggen aan de verschillende schakels in de strafrechtketen, zodat alleen de belangrijkste zaken door de keten worden behandeld. Dit zou volgens hem de werkdruk kunnen verlichten en de keten efficiënter laten functioneren. Hij benadrukte dat dit geen makkelijke oplossing is, omdat er altijd politieke en maatschappelijke druk zal zijn om bepaalde zaken op te pakken.

Het debat werd afgesloten met de conclusie dat de strafrechtketen inderdaad vastloopt en dat er veranderingen nodig zijn om deze weer soepel te laten functioneren. Prioriteiten stellen, efficiëntere processen, betere samenwerking tussen ketenpartners en het gebruik van technologie zoals AI worden genoemd als mogelijke oplossingen.

Het debat maakte duidelijk dat de uitdagingen binnen de strafrechtketen complex zijn, maar dat er met samenwerking en duidelijke prioriteiten verbeteringen mogelijk zijn.

Pagina 1 van 3912345...102030...Minst recente »