Verkiezingen Overheidsmanager en Beste Overheidsinnovatie 2023 geopend

Verkiezingen Overheidsmanager en Beste Overheidsinnovatie 2023 geopend

Den Haag, 21 maart 2023 – Op 28 november 2023 zijn de uitreikingen van de Overheidsawards aan de Overheidsmanager van het Jaar en de Beste Overheidsinnovatie van het Jaar. Vanaf vandaag kan je de overheidsmanager of -innovatie nomineren die volgens jou deze titel verdient!

De verkiezingen hebben het doel om transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur te bevorderen door het werk van goede overheidsmanagers en innovaties uit te lichten en te belonen.

Jetta Klijnsma, voorzitter van de jury voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, zoekt naar een manager binnen het thema ‘Met Passie en Plezier voor de Publieke Zaak’. De overheidsmanager van het jaar 2023 laat zijn of haar organisatie met passie en plezier werken aan de uitdagingen waar de overheid voor gesteld staat. Want juist die houding is nodig om complexe opgaven het hoofd te bieden en het vertrouwen in de overheid te vergroten. De Overheidsmanager van het Jaar toont hart voor de publieke zaak en straalt trots en vertrouwen uit dat medewerkers inspireert. Hij of zij weet hiermee de medewerkers te binden en te boeien en geeft hen het vertrouwen om samen de klus te klaren!

In deze roerige tijden zijn innovaties nodig om goed in te spelen op complexe uitdagingen. Een échte innovatie maakt impact. Dit doet ze door middel van haar werkzaamheid, publieke meerwaarde en inspirerende werking. Het is meer dan alleen een verbetering, het is een echte vernieuwing. Innovaties zijn te vinden in een groot aantal categorieën. Er zijn sociale, technologische, digitale, bestuurlijke en organisatorische innovaties. Ze doen zich voor in producten, diensten, voorzieningen, communicatie en processen. Ze bestaan binnen organisaties, maar ook tussen organisaties. Kortom, een enorm veelzijdige context waarin innovaties tot stand komen. Bij de Verkiezing Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2023 is de jury, onder leiding van juryvoorzitter Jan van Zanen, op zoek naar innovaties die het verschil maken. Lees hier de criteria waar een deelnemende innovatie aan moet voldoen. Ook in deze roerige periode dient de innovatie goed in te spelen op complexe uitdagingen van deze tijd.

Nominaties voor overheidsmanagers met een hart voor de publieke zaak kunnen worden ingediend tot en met 27 juni. Tot en met 16 juni 2022 zijn nominaties welkom voor de Verkiezing Beste Overheidsinnovatie van het Jaar. Nomineer jouw overheidsmanager en overheidsinnovatie via www.overheidsawards.nl/nomineer

De Verkiezingen worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) in samenwerking met Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Binnenlands Bestuur, FUTUR, ICTU, Interprovinciaal Overleg (IPO), ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN), Ordina, PA Consulting, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Voor meer informatie over de Verkiezing Overheidsmanager en Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2023 ga je naar https://www.overheidsawards.nl/ of volg ons op Twitter en LinkedIn.

Aankondiging Reuring!Café #109 | Uitvoering verstrikt in regelcomplexiteit | 21 maart

Aankondiging Reuring!Café #109 | Uitvoering verstrikt in regelcomplexiteit | 21 maart

De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) kondigt in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de 109e editie van Reuring!Café aan:

Uitvoering verstrikt in regelcomplexiteit

Begin dit jaar  is de Staat van de Uitvoering gepubliceerd. Hieruit blijkt dat door toenemende complexiteit van wet- en regelgeving en de uitvoering ervan de toekomstbestendigheid van de dienstverlening onder druk staat. Deze complexiteit is een veelkoppig monster. Oorzaken van de complexiteit zijn bijvoorbeeld te vinden in de fragmentatie en verkokering van beleid, de stapeling van beleid, gebrek aan integraal denken en handelen en onvoldoende focus op de echte maatschappelijke uitdagingen. De belangen van de eigen organisatie, de eigen bewindspersoon, het eigen bestaande wet- en regelgevingscomplex en de waan van de dag lijken belangrijkere ijkpunten voor het handelen te zijn.

Dit leidt vervolgens tot allerlei onfortuinlijke gevolgen voor burgers en ondernemers, maar ook voor beleidsmakers en uitvoeringsorganisaties zelf. Er is een aanzienlijke toename van de bureaucratie en personeelstekorten en de dienstverlening en ICT-systemen staan onder druk. Door onbegrijpelijkheid van wet- en regelgeving komen burgers en bedrijven in de knel en krijgen niet meer de hulp die zij nodig hebben. Deze onbegrijpelijkheid maakt het tevens moeilijker voor uitvoerders en beleidsmakers om binnen het bestaande beleidssysteem oplossingen te vinden. Om de dienstverlening toekomstbestendig te maken is er daarom dringend een cultuur- en koersverandering noodzakelijk, zowel bij politiek als bij beleid en uitvoering.

Hoe kunnen we de complexiteit terugdringen?
Wat is nodig voor de cultuur- en koersverandering?
Hoe kunnen we zorgen voor een goede balans tussen standaardisatie én maatwerk?
Deze en andere vragen staan centraal bij het Reuring!Café van 21 maart.

Reuring!Café richt zich op het informeel samenbrengen van ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Tijdens deze editie pakken we uit met een mooie entourage en een goede borrel. Ook ditmaal verzorgt de huisband van het Ministerie van Algemene Zaken, de ‘Wizards of AZ’, de muziek. Mark Frequin, voorzitter van de VOM, is onze debatleider. Abdeluheb Choho, voorzitter van de stuurgroep Staat van de Uitvoering is de host van de avond.

De bankgasten van de Reuring!Café zijn:

  • Dick Schoof (Secretaris-generaal Ministerie van Justitie en Veiligheid)
  • Nanette van Schelven (directeur-generaal Douane)
  • Arre Zuurmond (regeringscommissaris Informatiehuishouding)
  • André Bosman (Voormalig lid Tweede Kamer)
  • Fatma Koşer Kaya (Voorzitter landelijke Cliëntenraad)

Meld je nu aan!

Datum: 21-03-2023 | Locatie: De Glazen Zaal, Den Haag | Tijd: Inloop vanaf 16:30 uur, start 17:00 uur

Verslag Reuring!Café #108 | De toekomst van ons water: volop dilemma’s | 21 februari

Verslag Reuring!Café #108 | De toekomst van ons water: volop dilemma’s | 21 februari

Op 21 februari vond de 108e editie van het Reuring!Café plaats. Het onderwerp van het zeer geslaagde café was dit keer ‘De Toekomst van het Water!

Hoewel de avond door de huisband Wizards of Az werd afgetrapt met het nummer ‘Mercy’ van Duffy, bleek genade niet het thema van de avond. In tegendeel; onder de vakkundige debatleiding van Mark Frequin, legden de bankgasten elkaar op een weliswaar collegiale manier het vuur aan de schenen.

 

De opening van het debat was dan ook direct raak. ‘Het is geen eenvoudige opgave die voor ons ligt. Als er simpele oplossingen zouden zijn, dan hadden we die al lang gevonden! ‘ begon host Mariël Middendorp. Meindert Smallenbroek vulde daarop aan, met de hoop om het tijdens dit debat te hebben over hoe de toekomst van het waterschap eruit ziet en wat we daar met zijn allen voor moeten doen.

Nadat de toon was gezet, richtte debatleider Mark Frequin zich tot de bank met de vraag: ‘wat is nou het belangrijkste dilemma als het gaat om de toekomst voor ons water?’ De verschillende antwoorden op de vraag, gaven meteen een mooi beeld van de breedheid van de opgave. Volgens Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, ligt het belangrijkste dilemma in onze eigen langetermijnvisie op water. Gaan we ons hier aanpassen of gaan we met z’n allen naar elders verkassen? Jaap Slootmaker (DG Water en Bodem bij IenW) ziet een ander dilemma: hoe neem je de onzekerheid van de toekomst mee in de besluiten van vandaag?

Het grootste dilemma zat voor TU-Hoogleraar Marleen Hermans echter meer in de samenwerkings vraag: Hoe doe je met elkaar het goede? Welke keuzes maak je? Waterschappen kunnen het niet alleen, dus met wie ga je het samen doen en hoe ga je dat doen? Bedoelt ze daarmee dan polderen?, was de vraag van host Mark Frequin. Dat was nou juist niet het idee van Marleen Hermans: ‘Van polderen krijg je geen dijken. Niet te lang denken en ook gewoon samen iets gaan doen.’

Hans van den Heuvel (LTO Nederland) sluit de rondvraag af, maar niet zonder een korte grap over zijn theologische achtergrond. ‘Als je staat voor de opgaven waar de LTO voor staat, dan leer je vanzelf bidden! Water en bodem samen, dat schuurt. Daar zit een groot dilemma.’

Volgens GroenLinks Tweede Kamerlid Laura Bromet staat Nederland voor grote veranderingen. Een belangrijke vraag volgens haar is hoe je mensen mee krijgt, en zich niet gaan verzetten met als resultaat dat er uiteindelijk niks meer van terecht komt. 

 

Met de belofte dat het de rest van de avond nog wel verder zou gaan schuren, stelde Mark de tweede vraag: Hoe neem je toch beslissingen met een onzekere toekomst?

Volgens Jaap is niet alles in de toekomst ongewis: ‘We weten wel welke kant het opgaat, maar we weten niet welk tempo en wanneer. Wat we nu wel kunnen doen, is ervoor zorgen dat we geen waardevolle beslisruimte voor de toekomst wegnemen. We weten namelijk wel goed wat we NIET moeten doen.

Rogier wilde de balans tussen zekerheden en onzekerheden wat verder nuanceren: ‘Weersomstandigheden gaan ons eerder raken. De vraag is niet wanneer, ze raken ons namelijk nu al. Droogte is er nu al. De buien die werden voorspeld, zijn er nu al. Maar: we weten op dit moment genoeg om in alle onzekerheid de juiste besluiten te nemen. We moeten water en  bodem echt operationaliseren en dan kom je per definitie op het land van de boeren terecht.’ Volgens hem is de vraag die we moeten stellen of we pijnlijke keuzes durven te maken voor onze kinderen en kleinkinderen.

Die laatste opmerking bracht de discussie over verschillende belangen op gang. Hoe verenig je onverenigbare belangen? Volgens Marleen is het belangrijk om duidelijke keuzes te hebben. Hoe gaan we in bodem en water zo sturend zijn dat er keuzes worden gemaakt? Wat gaan we doen met de waterberging en waar gaan we al die miljoenen woningen eigenlijk niet bouwen? Hans was blij met deze toevoeging van Marleen die volgens hem het debat breder trekt, dan de boeren die hun land en hun professie moeten aanpassen of opgeven. ‘Wanneer zegt de overheid zelf waar ze hun EIGEN projecten niet gaan uitvoeren?’

Maar met die vraagstelling was Jaap het niet helemaal eens. Hij gaf aan dat er wel degelijk regels zijn over waar de overheid in ieder geval, bijvoorbeeld, niet gaat bouwen. ‘Niet bij de uiterwaarden, niet aan de kust, bestaande regels stellen bovendien eisen aan hoe je bouwt.’ Hans was blij om dat te horen, met name omdat het dan niet alleen een verantwoordelijkheid van de landbouw is. ‘Op het blanke vel dat Nederland is, moeten we kijken wat er mogelijk is. Dat betekent dus dat we ook, maar niet alleen naar de landbouw moeten kijken.’ Hij zag overigens ook kans voor agrariërs, bijvoorbeeld door hen een plek te geven in de ‘blauwe diensten’. Het moet volgens Hans echter wel met maatwerk. ‘Je kunt vanuit gebieden kijken wat boeren en tuinders, afhankelijk van het gebied, doen en wat er nodig is. Daar kan je maatwerk op leveren.’

Laura voegde daaraan toe dat de decentralisering van grondposities van projecten het ook lastiger maakt, omdat de opgave daardoor meer diffuus is. ‘Het gebeurt nu allemaal decentraal en door die decentrale aanpak, gaat het nu wringen.’ Ze ziet wel dat er ontwikkelingen zijn en verschillende pilots, maar vindt ook dat we altijd in die pilotfase blijven hangen. ‘Ik zou het gesprek willen overeen over wat er nodig is voor de boeren om overeind te blijven. Mooi als daar een oplossing voor komt.’

Maar Roger was het daar niet mee eens. Hij werd zelfs een beetje ‘bokkig’ van die discussie: ‘we proberen iedere keer te zoeken naar oplossingen waarbij we iedereen tevreden stellen. Een deel van de oplossingen gaat nou eenmaal pijn doen. Als we net doen alsof we die pijn door slimme oplossingen kunnen voorkomen, houden we onszelf voor de gek. We kunnen niet alle bakkers houden, ook niet alle slagers en dus ook niet alle agrariërs als het geen fatsoenlijk verdienmodel is.

Hans gaf als reactie hierop aan dat hij het niet terecht vindt dat zijn achterban in het hoekje gedrukt wordt ‘dat niets wil.’ ‘Er zijn belangen in het spel, er is politiek en we hoeven dat niet leuk te vinden, maar ik hoop dat je het niet vreemd vindt dat boeren hun punt onderbouwen. Ik sta hier wel voor m’n achterban.’

Na een korte discussie over hoe we de vraag over de toekomst van het water nou eigenlijk het beste moeten stellen, luidde Laura de pauze in met een realiteitscheck: ‘Nieuwe woningbouw is een heel klein percentage van de Nederlandse grond. Het echte dilemma zit gewoon bij de landbouw.’ Ze is het echter wel met Hans eens dat dat een flinke kluif is voor de agrarische sector en dat ze daar begrip voor heeft, waarop Hans haar bedankt voor de empathie.  

 

Na de pauze, met opnieuw een paar nummers van de Wizards of Az, was het tijd voor vragen uit het publiek. De eerste vrager vond het debat nog te eenzijdig. ‘De toekomst van het water gaat niet alleen over ruimte, maar nog over veel meer waar niet over wordt gepraat. Zeg daar eens wat over!’ Deze vraag stuurde het debat ook richting schadelijke exoten en hoe daarmee om te gaan, die werd afgerond met een scherpe opmerking van Laura: meer onderzoek willen doen is soms ook een mooie manier om dingen uit te stellen als je geen ‘nee’ zegt.

 Een tweede vraag uit de zaal was meer een kritische noot, die ging over een vrijwel onbesproken onderwerp in het debat van voor de pauze: de waterrichtlijn en de prestaties om die richtlijn na te leven. ‘Met de waterrichtlijn gaan we voor een zesje en zelfs dat zesje halen we niet. We moeten echt strenger gaan handhaven op bijvoorbeeld stikstofuitstoot’. Jaap gaf aan dat er een flinke hoeveelheid maatregelen is om daar wat aan te doen. ‘Maatregelen die bestaan moeten we uitvoeren en we moeten erop toezien. Tegelijkertijd geeft het ook geen handelingsperspectief om steeds te zeggen dat het in het verleden niet goed is gegaan.’

Rogier voegde daaraan toe dat vervuiling van de rivieren ook echt niet alleen door Nederland zelf komt, maar ook komt door het buitenland. Hij verwijst naar de Europese dimensie van dat vraagstuk: ook in Europa moeten we maatregelen nemen. Maar: het feit dat we er niet zijn, betekent echt niet dat we nog niets hebben gedaan.’

 

Een derde vraag uit de zaal, trok het debat naar een hoger abstractieniveau: ‘Kunnen we niet met z’n allen hierboven uitstijgen en als Nederland innovatieve voorloper te worden in de toekomst van ons water? Marleen vond dat een mooi idee, maar dan moeten we er wel samen uit willen komen. Het gaat overigens volgens Marleen niet zozeer altijd om innovatie: ‘we moeten gewoon aan tafel gaan zitten samen en er niet meer vanaf gaan totdat het probleem is opgelost, niet totdat aan een sectoraal belang is voldoen.

Die uitspraak leidde tot een kritische vraag van debatleider Mark Frequin: Maar wanneer ga je dat doen? Wanneer is de urgentie zo groot dat je er voor gaat?

Volgens Rogier wordt de urgentie al gevoeld, maar verdwijnt die ook weer snel. ‘beleidsmakers en beleidsvoorbereiders moeten echt nadenken over de grotere puzzel. Ik ben ervan overtuigd dat het leggen van die puzzel niet zonder pijn kan, maar je moet wel echt het probleem samen durven adresseren.’ Meindert greep dit moment aan om de gasten op de stemwijzer te wijzen.

Het debat rondde zich af met een discussie over de rol van de burger. ‘We hebben met z’n allen grenzeloos vertrouwen dat we nooit wateroverlast hebben. We moeten ons echt realiseren dat dat een kwetsbaarheid is. Vanaf dat besef moeten we ook de burgers doordringen.’ stelde Jaap. Marleen was het er echter niet mee eens dat de verantwoordelijkheid bij de burger wordt gelegd. Maar die kanttekening, onderschreef Jaap niet: Is het informeren en onderwijzen van de burger hetzelfde als de verantwoordelijkheid bij de burger leggen? Ik vind van niet, al vind ik het ook niet terecht om alle verantwoordelijkheid bij de overheid te leggen.’

 

Als afronding van de avond volgde de bekende vraag: ‘Wat wil je nog graag zeggen nu je op het rode pluche zit?’

Mariël maakt van die mogelijkheid gebruik om mensen nog eens te wijzen op hun stemrecht: ‘De dilemma’s die we vanavond bespraken kunnen we hier niet oplossen, maar wel in het stembureau.’Meindert sloot daar volmondig bij aan. 

Laura liet het publiek met bemoedigende, doch tekenende uitspraak achter: ‘houd moed’. Jaap was het met haar eens en sloot daarop aan: ‘We komen verder dan we denken.’ Marleen droeg de zaal op om niet alleen te gaan stemmen, maar om ook te gaan zien en ter afsluiting liet Rogier de zaal achter met een dilemma: zijn wij ertoe bereid om iets meer te betalen voor eerlijke producten? De reactie was een applaus uit de zaal. Of dat een volmondig ‘ja’ was zullen we nooit weten, maar we hopen van wel! Hans was blij dat het carnaval was. 

 

Hieronder kan de volledige opname van het debat worden teruggekeken. In Reuring!Café brengen wij ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties samen. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was tijdens deze editie weer onze debatleider. De hosts waren Mariël Middendorp (secretaris – algemeen directeur Hoogheemraadschap Rijnland) en Meindert Smallenbroek (Directeur Unie van Waterschappen)

De bankgasten van deze editie:

  • Rogier van der Sande (Voorzitter Unie van Waterschappen)
  • Jaap Slootmaker (DG Water & Bodem at Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat)
  • Marleen Hermans (Hoogleraar Publiek Opdrachtgeverschap in de Bouw aan TU Delft)
  • Hans van den Heuvel (Algemeen directeur bij LTO Nederland)
  • Laura Bromet (Tweede Kamerlid GroenLinks)
Meeloopdag met secretaris-algemeen directeur Mariël Middendorp

Meeloopdag met secretaris-algemeen directeur Mariël Middendorp

Wij zijn Isaura en Tara, stagiaires bij de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM). Tijdens onze stage willen wij het openbaar bestuur beter leren kennen door verschillende overheidsorganisaties te bezoeken.

Waarom wilden wij meelopen? 
Mariël Middendorp leerden wij kennen doordat ze bestuurslid is bij de VOM en jurylid is bij Overheidsmanager van het Jaar. Ze spreekt altijd vol lof en trots over haar functie bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Van alle eenentwintig waterschappen in Nederland is Hoogheemraadschap van Rijnland het oudste. Mariëls enthousiasme en de rijke geschiedenis van Hoogheemraadschap van Rijnland wekten bij ons nieuwsgierigheid op. Wat doet een waterschap precies en hoe?

Waterschappen worden vaak over het hoofd gezien. Maar met de aankomende verkiezingen is het juist relevant om er meer over te weten. Daarom vroegen wij Mariël om een dag mee te mogen lopen. Ze beantwoordde onze mail vrijwel meteen: “Natuurlijk! Van harte welkom.” Dat zette de toon voor onze ontvangst op 19 januari in Leiden.

Wat hebben we gedaan? 
‘s Ochtends namen we deel aan een directieteam-overleg. Dat gaf een indruk van hoe een waterschap wordt geleid en van de dagelijkse werkzaamheden. De sfeer was plezierig en verwelkomend. Iedereen leek goed op elkaar ingespeeld met hetzelfde doel voor ogen en een professionele omgang met verschillende casussen.

Vervolgens bekeken we de archieven waar historische manuscripten en gebiedsgerichte kaarten zijn opgeslagen. Sommige daarvan dateren nog uit de 13de eeuw. Het is imposant dat alles zo lang bewaard is gebleven. Bij binnenkomst van het archief liepen we tegen volle boekenkasten met verslagen aan, met prachtige ouderwetse leren kaften. Daarna bekeken we technische tekeningen van waterkeringen, watergangen en poldergrenzen. Ook al waren het antieke kaarten, sommige waren zo accuraat dat ze tot relatief kort geleden nog gebruikt werden. We bekeken ook de oorkonde waardoor we zeker wisten dat het Hoogheemraadschap van Rijnland daadwerkelijk het eerste waterschap was. Zo’n kort historisch uitstapje geeft een mooi inzicht in hoe dit waterschap is ontstaan.

Na de lunch zaten we bij het managersoverleg waar de thema’s uit het directieoverleg werden doorgenomen met de managers. In de vergaderruimte stond een groot scherm met een ingebouwde camera voor online deelnemers. Het videobeeld reageerde op geluid en richtte de camera op basis van het geluid op de spreker. Hybride werken is hier duidelijk goed doorgevoerd. Het viel ook op hoe Mariël de managers aanmoedigde om te vertellen wat zij de afgelopen week hadden gedaan of bereikt. Het was inspirerend om te zien hoe ze een teamgevoel stimuleert.

Vervolgens was er een rondleiding bij het boezemgemaal in Katwijk waar we uitgebreid hoorden hoe een gemaal werkt. Dit uitstapje liet ons zien hoe een waterschap constant bezig is met moderniseren en innoveren. Vroeger werkte een boezemgemaal op diesel en waren er elke dag medewerkers aanwezig om het in de gaten te houden vanuit een klein karakteristiek kantoortje. Tegenwoordig is alles automatisch en elektrisch. Er worden regelmatig checks uitgevoerd maar er zijn geen medewerkers 24 uur per dag aanwezig.

Conclusie 
We waren positief verrast hoe divers en belangrijk het werk van een waterschap is. De combinatie van de overleggen in Leiden en de technologie van het gemaal schetste een mooi beeld van de veelzijdigheid van de waterschappen. Waterschappen zijn zonder twijfel een uniek onderdeel van de Nederlandse publieke sector omdat ze ons veilig houden van overstroming en uitdroging. Ze zijn essentieel voor het Nederlandse landschap. Het mooie van een waterschap is dat het een overheidsorganisatie is dat zowel zeer technische en praktische zaken uitvoert als innovatief denkt. Waterschappen horen bij Nederland en wij zijn erg dankbaar dat we dit van dichtbij hebben mogen zien.