Verslag Reuring!Café #93 | The startup way of working | 29 mei

Verslag Reuring!Café #93 | The startup way of working | 29 mei

Op woensdagmiddag 29 mei vond de 93ste editie van Reuring!Café plaats in de Glazen Zaal in Den Haag. Thema was ditmaal ‘the startup way of working’. Het publieke domein verandert en vraagstukken als klimaatverandering, migratie en digitalisering brengen nieuwe uitdagingen met zich mee. Uitdagingen die zich veelal kenmerken door de onzekere omstandigheden waarin ze zich voordoen. Is de ‘traditionele’ overheid nog wel wendbaar genoeg om met die veranderingen om te gaan? Werkt een ‘klassieke aanpak’, die zich kenmerkt door projecten over een langere termijn? Of is er andere, meer flexibele werkwijze nodig; een startup way of working?

Startups werken in snelheid, reageren op vernieuwingen, experimenteren, falen, leren en stellen de klant centraal. Wat kan de overheid hiervan leren? Hoe blijft zij voldoende flexibel en open om in een veranderende wereld een bijdrage te blijven leveren? Over deze en andere vragen gingen bank, host en debatleider tijdens deze editie van Reuring!Café in gesprek.

Startup in Residence-programma
Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Rob de Werd, directieteamlid Informatiesamenleving en Overheid bij het ministerie van BZK. In het kader van het aanstaande debat zei De Werd al aan de start dat nieuwe vraagstukken, zoals de technologisering van de samenleving, impact hebben op de overheid en vragen om nieuwe oplossingen. Niet op ieder vraagstuk kan de overheid nu zelf het antwoord bieden, zo stelde hij: “We moeten daarom gebruik maken van de kennis en wendbaarheid van startups. Als we als overheid een probleem definiëren en dat probleem vervolgens in de markt leggen, kunnen startups creatief na gaan denken en toewerken naar een oplossing voor ons probleem. Opdrachten uitbesteden, dat is de kunst.”

Het uitbesteden van maatschappelijke ‘challenges’ aan startups is niet nieuw voor het ministerie van BZK. Met het Startup in Residence-programma tracht zij op een nieuwe, innovatieve manier grote vraagstukken ter handen te nemen. Bezoek nu haar website.

De Werd introduceerde de bankgasten door middel van een limerick, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. In dit één-op-één-gesprek gaf Myrthe Hooijman, teamleider Regio’s en Overheden bij StartupDelta, aan de oproep van De Werd te ondersteunen: “De wisselwerking tussen startups en de overheid is fascinerend. Het zijn twee totaal verschillende organisaties die veel van elkaar kunnen leren. Door gebruik te maken van een combinatie van de maatschappelijke kennis van overheden en de snelheid en wendbaarheid van startups kan Nederland koploper worden binnen veel maatschappelijke uitdagingen.”

Probleemdefinitie en opschaling
Een eerste stap naar de samenwerking die Hooijman aangestipt is volgens Ton Jonker, CIO bij de provincie Zuid-Holland, en Daria Nepriakhina, founder van IdeaHackers, het beter worden in het formuleren van problemen binnen de overheid. Matthijs Goense, innovation designer bij Novum bij de Sociale Verzekeringsbank, ondersteunde deze opmerking met een voorbeeld: “Bij Novum komen er vaak opdrachtgevers naar ons toe die vragen om een oplossing voor een probleem dat eigenlijk het probleem niet is. Een probleem dat wij laatst moesten oplossen was het tekort aan aanmeldingen voor een regeling rondom armoedepreventie. Als je dan doorvraagt blijkt het probleem helemaal niet het tekort aan aanmeldingen te zijn, maar juist een in een eerder stadium ontstaan probleem, namelijk het niet aanslaan van armoedepreventie in zijn algemeenheid.”

Zodra de samenwerking met startups op microniveau werkt, moet de overheid volgens Jonker een omgeving creëren die het mogelijk maakt dat startups kunnen opschalen. Hooijman bevestigde dit: “Een klein bedrijf bewerkstelligt veel minder impact dan een groot bedrijf. Zorg dus voor groei.” Kennis over scale-ups kan gefaciliteerd worden door de overheid, aldus Jonker.

Over de reden waarom startups beter zijn in het oplossen van sommige maatschappelijke challenges dan overheden, stelde Nepriakhina, die het debat in het Engels voerde: “The government tries to build processes. Startups try to build solutions.”

Na een korte pauze gaf Frequin ruimte voor vragen uit de zaal. Hij sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten. Ook attendeerde hij het publiek op het Reuring!Café dat op 11 juni plaats zal vinden.

Verslag Reuring!Café #92 | De markt en het sociaal domein | 15 mei

Verslag Reuring!Café #92 | De markt en het sociaal domein | 15 mei

Op woensdagmiddag 15 mei vond de 92ste editie van Reuring!Café plaats in de Jaarbeurs in Utrecht. Thema was ditmaal de markt en het sociaal domein. Zijn de regels rond de aanbesteding van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning een uitkomst of zorgen zij voor een probleem? Is er verandering nodig in het sociaal domein en hoe gaan we voor die verandering zorgen? Na de grote veranderingen in 2015 staan we nog steeds voor grote opgaven. Nieuwe regels en wetgeving kunnen voor verbetering zorgen of meer bureaucratie opleveren. Hoe pakt het zorgveld dit aan?

In deze editie van Reuring!Café gingen bank, host en debatleider in op de uitdagingen en dilemma’s van aanbestedingen in het zorgveld. De overheid en de private sector waren beiden vertegenwoordigd.

Administratieve lasten

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Rob Jonkman, wethouder bij de gemeente Opsterland en lid van de VNG-commissie Europa en Internationaal. Over het aanstaande debat zei Jonkman al aan de start dat hij het graag wilde hebben over de vraag of aanbesteden in het sociaal domein een uitkomst is of juist een belemmering vormt. Een vraag die ook in Europa besproken moet worden, zo stelde hij: “Laten we vanuit Nederland alvast een wensenlijstje formuleren.”

Jonkman introduceerde de bankgasten door middel van een limerick, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. Mariënne Verhoef, bestuurder bij Spirit! Jeugd & Opvoedhulp, gaf in dat voorgesprek al een antwoord op de door Jonkman gestelde vraag: “Ik ga iedere dag met plezier naar mijn werk, omdat ik iets doe voor de maatschappij, maar aanbestedingen gooien zo nu en dan roet in het eten. Ze leiden tot administratieve lasten en een angst om met elkaar te praten.”

Zorg zonder verkeerslichten

Ans de Maat, directievoorzitter van het Nederlands Jeugdinstituut, bracht al vrij vroeg in het debat de decentralisatie van de zorg ter sprake: “De decentralisatie is een transformatie geweest, zonder goed nagedacht te hebben over de standaarden van zorg en of gemeenten over voldoende middelen beschikken om die standaarden te waarborgen.” Het argument dat vaak gegeven wordt voor decentraliseren is het bieden van maatwerk aan complexiteit. Relatief eenvoudige opgaven, zoals opvoedvragen, worden nu echter steeds vaker als zorgvraag behandeld, terwijl informatievoorziening voldoende kan zijn. Niet alles is complex, zo stelde zij. Ze opperde onderzoek te doen naar veelvoorkomende problemen in de zorg, zodat die in de toekomst eenvoudiger opgelost kunnen worden. Jonkman voegde daaraan toe dat gemeenten bij de decentralisatie onvoldoende onderkend hebben hoe gelaagd problematiek in de zorg soms kan zijn.

Stephan Valk, bestuursvoorzitter van de Parnassia Groep, stemde met die opmerking in. Valk vervolgde het debat met de opmerking dat aanbestedingen vaak te complex in elkaar zitten. “We moeten niet tot in den treuren de rechtmatigheid willen waarborgen.”, zo stelde hij. Op de vraag van debatleider Frequin over of alle regels dan maar afgeschaft zouden moeten worden, reageerde hij ontkennend: “Regels zijn soms nodig, maar we moeten bij het vormen van die regels veel meer naar de uitvoering kijken. Als je op het Spui in Den Haag de verkeerslichten weghaalt, zoeken verkeersgebruikers zelf uit hoe ze zo veilig mogelijk oversteken. Minder regels kan in dat geval leiden tot minder ongelukken. Dat kan ook in de zorg het geval zijn.”

Projecten over de langere termijn

Francien Anker, loco-gemeentesecretaris bij de gemeente Alphen aan den Rijn, stelde het concept ‘tijd’ in aanbestedingen soms onhandig te vinden: “Soms moet je voor een langere tijd aanbesteden, zodat je samen met een aanbieder een transformatie door kan maken.” Daarbij is het afwegen van waarden met de aanbieder voor de aanbesteding gedaan wordt van cruciaal belang, vulde De Maat aan.

De bankgasten gaven aan het bovendien belangrijk te vinden om je voor de aanbestedingen te verdiepen in de zorgvrager. Luisteren naar elkaar is het credo.

Na een korte pauze gaf Frequin ruimte voor vragen uit de zaal. Frequin sloot rond 17:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken. De band zette daarop de muziek in.

Kick-off | Startup in Residence | 21 mei

Kick-off | Startup in Residence | 21 mei

Meld je aan voor de aftrap SiR-BZK op 21 mei

Wil je weten hoe BZK met startups samenwerkt, wat de ‘Startup way of working’ inhoudt en welke startups nu aan de slag zijn met BZK-uitdagingen? Kom dan naar de kick-off van het Startup in Residence- programma. Het event wordt geopend door staatssecretaris Knops in het Auditorium van BZK. De ochtend is gevuld met pitches, een prijsuitreiking en aansluitend een heerlijke streetfood lunch.

Op 21 mei maak je kennis met de vijf winnende startups en hoor je welke oplossingen zij hebben voor de BZK-challenges op het gebied van Digitale inclusie, Aardgasvrije wijken, Gebruik van pachtgronden, Spoedzoekers op de woningmarkt en MijnOverheid.

Onze staatssecretaris, Raymond Knops, opent de kick-off en vertelt welke kansen er liggen in het samenwerken met startups en wat we als overheid kunnen leren van de ‘startup way of working’. Na de pitches van de winnende startups en de prijsuitreiking markeren we de start van het allernieuwste programma: SiR 2020! Hier werken we samen met het ministerie van EZK, LNV, de gemeente Den Haag aan gezamenlijke challenges met brede maatschappelijke impact, binnen en buiten de overheid. Hiermee werken we aan een solide startup ecosysteem voor en door de overheid.

Na afloop is er een lekkere streetfood lunch en de kans om met elkaar en de winnende startups in gesprek te gaan.

Meld je aan en reserveer

  • Datum: 21 mei
  • Tijdstip: 10.30-12.00 gevolgd door een lunch en een startup markt
  • Locatie: Auditorium BZK/Turfmarkt 147
  • Meld je hier aan. Let op, het aantal kaarten zijn beperkt.

Heeft jouw afdeling ook een interessante challenge die je graag wilt voorleggen aan een innovatieve startup, of wil je meer weten over de ‘Startup way of working’, zoek dan het SiR programma op na afloop in de foyer.

Meer informatie

Het Startup in Residence (SiR) programma is in het leven geroepen om samenwerking tussen overheden en startups mogelijk te maken. Binnen het programma worden maatschappelijke challenges uitgezet bij startups met de oproep om een innovatieve oplossing aan te leveren. De beste startups werken vijf maanden ‘in residence’ samen met ambtenaren en stakeholders aan een demo. Bij een succesvolle demo kan het ministerie ‘launching costumer’ worden en de oplossing aankopen.

Wil je meer weten over Startup in Residence of de kick-off op 21 mei, stuur dan een mail naar startupinresidence@minbzk.nl.

Overheidsawards | Nominatieperiode is geopend! | 8 mei

Overheidsawards | Nominatieperiode is geopend! | 8 mei

Op 19 november 2019 worden de Overheidsawards uitgereikt aan de Overheidsmanager van het Jaar 2019 en de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. Welke manager of organisatie moet namens jou genomineerd worden? Vanaf vandaag is de mogelijkheid tot nomineren voor beide verkiezingen geopend.

De verkiezingen hebben het doel om transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur te bevorderen door het werk van goede overheidsmanagers en organisaties uit te lichten en te belonen. Jetta Klijnsma, juryvoorzitter van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, is op zoek naar vooruitstrevende managers die passen binnen het thema ‘Kompas in Zwaar Weer’, managers die achter hun mensen staan en hen steunen. Vooral wanneer het moeilijk wordt.

Jan van Zanen, juryvoorzitter van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar, wil een krachtige organisatie bekronen die met de constante wil om te verbeteren het verschil maakt. Een organisatie die zicht heeft op de uitdagingen die in haar omgeving spelen en daarop inspringt.

Nominaties voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar zijn welkom tot1 juli 2019. Nomineren voor de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar is mogelijk tot 5 augustus 2019. Nomineer jouw overheidsmanager en overheidsorganisatie via www.overheidsawards.nl/nomineer

De Verkiezingen worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) in samenwerking met Binnenlands Bestuur, Interprovinciaal Overleg (IPO), ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Wil je de opening van de nominatieperiode delen op social media? Bekijk hier de tweet voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2019, hier de tweet voor de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2019.

Verslag Reuring!Café #91 | De overheid als databedrijf | 1 april

Verslag Reuring!Café #91 | De overheid als databedrijf | 1 april

Op maandagavond 1 april vond in het kader van de MOOC ‘Digitalisering doet ertoe’ de 91ste editie van Reuring!Café plaats. Thema was ditmaal data. De overheid verandert steeds meer in een datagedreven organisatie. Met data vult de belastingdienst onze belastingformulieren vooraf in, brengt de AIVD veiligheidsrisico’s in kaart en bepaalt de SVB wie wel en wie geen kinderbijslag ontvangt. Het verzamelen van data, waaronder persoonsgegevens en informatie over inkomens, tracht de dienstverlening van de overheid naar de burger onder meer te verbeteren. Tot wanneer is het vastleggen van deze data echter maatschappelijk verantwoord? Hoe blijft de overheid voldoen aan alle ethische principes en aan onze grondrechten? Het verzamelen van gegevens door de overheid vraagt om een gemeenschappelijke actie rondom wat de publieke sector en burgers correct en acceptabel vinden. Hoe geven we die samen vorm? Hoe leert de overheid de ‘taal van data’ spreken? Wat is er nodig voor het waarborgen van doelbinding, proportionaliteit en maatschappelijk draagvlak?

In deze editie van Reuring!Café gingen bank, host en debatleider in op de uitdagingen en dilemma’s van datagebruik binnen de overheid. Het panel van dit Reuring!Café was wederom divers. De overheid en de private sector waren beiden vertegenwoordigd.

Kansen en plichten van data

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Marieke van Wallenburg, directeur-generaal Overheidsorganisatie bij het ministerie van BZK. Voordat Van Wallenburg het debat startte, opende zij in haar rol als jurylid de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. Ze legde uit waarom men de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar zou moeten nomineren. Ze noemde het belang van de verkiezing en riep op om organisaties te aan te melden. Ben of ken jij een parel binnen het openbaar bestuur? Nomineer deze hier!

Over het aanstaande debat zei Van Wallenburg vervolgens dat zij hoopte het te kunnen hebben over de kansen van data, maar ze stelde vooral ook aandacht te willen besteden aan de plichten die datagebruik met zich meebrengt. Wat betekent het bijvoorbeeld voor onze grondrechten? Van Wallenburg sprak uit het mooi te vinden hierover met een voltallig vrouwelijk panel in gesprek te kunnen.

Ze introduceerde de bankgasten door middel van een limerick, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. Marleen Stikker, directeur van de Waag Society, zei in dat gesprek het noodzakelijk te vinden dat de overheid meer ruimte geeft aan initiatieven van burgers: “De overheid moet minder dominant zijn en zichzelf iets minder op de voorgrond plaatsen. Er zijn zoveel ideeën in de samenleving over zorgvuldig en nuttig gebruik van data. Laten we die ideeën benutten.”

Een andere architectuur

In het debat bestond veel overeenstemming over de grote uitdaging die data met zich meebrengt. Sandra van Heukelom-Verhage, advocaat-partner bij Pels Rijcken, stelde dat de overheid meer bezig moet zijn met de toekomst. “De huidige samenleving vraagt om een andere architectuur van onze overheid. We moeten onszelf anders gaan organiseren”, voegde Stikker daar aan toe.

Die architectuur ontstaat langzamerhand, mede door initiatieven van overheden en burgers, benadrukte Yvonne van der Brugge-Wolring, algemeen directeur Logius bij het ministerie van BZK: “Apps als Irma van de gemeente Nijmegen tonen ons dat we steeds meer toe gaan naar een online omgeving waarin we in plaats van hele bulken data, slechts enkele attributen met elkaar delen.”

Column Wouter Welling

In de onderbreking van het Reuring!Café sprak Wouter Welling, beleidsmedewerker Digitale Overheid bij het ministerie van BZK, een column uit. In de column stond hij stil bij de omgang met het vraagstuk van digitalisering binnen de overheid. “Net zoals velen van jullie, fiets ik wel eens naar mijn werk met een positief gevoel over wat we met z’n allen aan het doen zijn. Dat het de goede kant op gaat, dat we weten wat we aan het doen zijn en dat het mooi is dat ik daar een bijdrage aan mag leveren. Ook fiets ik wel eens naar mijn werk met een sombere stemming. Dan denk je: waar doen we dit allemaal voor, wat is het toch een puinzooi en waar zijn de competente mensen gebleven?”, zo sprak hij. Lees de volledige column hier terug.

Lea Bouwmeester, senior adviseur zorgtransformatie, digitale vaardigheden en e-health bij het ECP, platform voor de InformatieSamenleving, greep de column van Welling aan om nogmaals te benadrukken dat de ambtenarij ontzettend goed bezig is op dit thema.

Allocatie en representatie

Na een korte pauze gaf Frequin ruimte voor vragen uit de zaal. Eén van de vragenstellers vroeg aan Stikker waarom databescherming nou zo belangrijk is. “Enerzijds door het vraagstuk van representatie en anderzijds door allocatie,” zo antwoordde ze: “kort gezegd dus omdat data het mogelijk maakt bepaalde diensten aan burgers toe te wijzen en omdat mensen door datagebruik in hokjes geplaatst worden. Verkeerd gebruik leidt tot verkeerde diensten en verkeerde hokjes.”

Van Wallenburg bedankte de gasten voor hun aanwezigheid. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral te blijven eten.